Ik wil er wel iets meer van weten
Heeft menig jongen al gezegd
Van zucht naar avontuur bezeten
Vond hij het dus nog lang niet slecht
Om dienst te nemen bij de Moffen,
Te deelen in hun zegepraal
Door ’t propagandawoord getroffen
En door zo menig prachtverhaal.
‘Bei uns’ zult gij zich niet verveelen
Je leeft hier gelukkig en leeft blij.
Zoo ging hij voor soldaatje spelen,
Alles was immers koek en ei.
Maar toen men één keer had geteekend
Zag ’t anders uit dan men verwacht,
Wat heb ik leelijk misgerekend,
Heeft menigeen bij zich gedacht.
De dienst in ’t leger viel hard tegen
Want zonder genâ werd men gedrild.
Men heeft iets anders dus gekregen
Dan men oorspronkelijk had gewild.
Hij heeft zijn opleiding ontvangen
Totdat een schrikbeeld hem verrees:
Hij zag met vrees en zag met bangen:
Ik ben slechts Duitsch kanonnenvleesch.
En dan moest hij ten strijde trekken
Naar Rusland voor het Derde Rijk,
Daar mag hij sterven en verrekken,
Dat blijft de Duitsche heeren gelijk.
Hij heeft zijn bloed voor hun gegeven,
Hij stierf voor hun de “helden”dood.
Door ’t avontuur kwam hij om ’t leven,
Voor Duitschland legde hij ‘t lood.
Hij wilde er iets meer van weten.
De Duitschers zeiden: vriend, dat kan,
Hij is gesneuveld en vergeten,
Pas thans weet hij daar alles van.