Tenslotte hangt de Britsche wasch
Te drogen aan de Siegfriedlijn
En wij zijn allen in ons sas,
Het linkeroever van den Rijn
Is haast volledig nu bezet,
De Moffen trekken gauw terug,
Het Onderwater-Cabaret
Is blij en het verkneutert zich,
Dat het nu gauw verdwijnen kan,
Niet lang en het verschijnt niet meer
Het heeft sinds lang genoeg ervan,
Misschien komt het nog een, twee keer
En wij zijn de verdrukkers kwijt
En mogen weder vrij op straat
Genieten van de lentetijd,
Al komt de Brit een beetje laat,
Vind ik toch: Beter laat dan nooit.
Al duurde het ook vreeslijk lang,
Tenslotte wordt het werk voltooid
En komt een eind’ aan ons gevang.
Men ruikt der vrijheid morgenlucht,
Wij voelen dat heel binnenkort
Het laatste O.W.C-gedicht
Met veel plezier geschreven wordt.
Wij gaan de laatste faze in,
De laatste loodjes wegen zwaar,
Doch hopen wij in onze zin,
Dat wij ook dat nog spelen klaar.
De derde jaargang wordt niet oud
Het O.W.C.-werk loopt met spoed
Z’n einde toe en niemand rouwt,
Als ’t O.W.C. verdwijnen moet …