Er moet dan geconstateerd worden, dat verschillende hunner gewogen en te licht bevonden zijn. Wat anders kan men immers zeggen van lieden in vooraanstaande functies als de directeur-generaal van Winterhulp en volksdienst, van hoogere en hoogste departementale gezagsdragers, [i]lieden, die in woord en geschrift en achter ’n veilige microfoon altijd zoo dapper over de nieuwe orde wisten te praten, maar die, nu het er misschien op aan zou kunnen komen, voor dat vurig beleden ideaal persoonlijk iets te riskeeren, ijlings de beenen namen? Door de vraag te stellen, nemen wij het antwoord al in den mond, het antwoord, dat bestaat uit een enkele korte kernachtige en den laatsten tijd nogal populaire karakteristiek: labbekakken. – 8-9-44
Nederl. Volksdienst en Winterhulp.
Van de landelijke leiding van den Nederlandschen Volksdienst ontvingen wij de volgende mededeeling: In tegenspraak met de loopende geruchten, als zouden de Nederlandsche Volksdienst en Winterhulp Nederland hun werkzaamheden hebben beëindigd, wordt hierdoor medegedeeld, dat, voorzoover de dienst het toelaat, alle werkzaamheden worden voortgezet. Van liquidatie van deze instellingen is dus geen sprake. De landelijke leiding wordt op het oogenblik uitgeoefend door de heeren L. Paauw, arts J.S. Galjart, drs. W.F. van Leeuwen en L. Dekker, terwijl het financieel beheer in handen van de Algemeene Rekenkamer is gesteld. Het hoofdkantoor N.V.D. en W.H.N. is thans gevestigd: Prinsestraat 57, ’s-Gravenhage.
Van een winterhulp-collecte
Hoort men momenteel geen woord,
Bij de NSBer-secte
Schijnt de ijver wat verstoord,
Want de edele van Vloten,
De Directeur General
Is verdwenen en gesloten
Is het Winterhulp-locaal.
Vloten kneep hem voor de Britten
En daarom is hij gevlucht,
Hij liet het er niet bij zitten,
Neen, direct nadat hij lucht
Had gekregen, dat zij komen
Smeerde hij hem wondersnel,
Heeft de kas hij meegenomen?
‘K weet het niet, maar ‘k denk van wel!
Zeg maar niet, ik gis en hamer
En vergis me misschien zeer,
Heeft voor niets de Rekenkamer
Thans het Winterhulpbeheer?
Reken maar, dat die van Vloten
Toen hij nog de leiding had,
Van z’n baantje heeft genoten
En wel zeker heel nog wat
Van die centen liet verdwijnen
Z’n eigen wijde zak,
Want wij weten, zulke gijnen
Hooren nu eens bij dit vak.
Bij de N.S.Ber-grooten
Ziet men geel en ziet men groen,
Omdat men ’t zonder van Vloten
En z’n Winterhulp moet doen.
’t was toch zulk een prachtig subsidie,
’t was voor hun een gouden bron
En men weet vandaag niet, wie die
N.S.B. nog steunen kon.
Want Seyss-Inquart, die is heden
Met zichzelf genoeg begaan
En de N.S.B.er leden
Laat hij in de koude staan
En voor Duitschland patrouilleeren
En voor Duitschland sterven ook,
Winterhulp?! Het kan verkeeren,
Winterhulp vervloog in rook.
En de ring wordt nauw en nauwer
En zij kruipen in hun schulp
En zoostraks komt Eisenhower
Met de ware Winterhulp.
Transcription: Thilo von Debschitz