Het OWC, het gaat vandaag
Zijn tweede jaargang in
En omdat het gebruikelijk is
Bij ieder jaarsbegin
Dat men dit oogenblik herdenkt
En even zich bezint
En dan ook een paar woorden schenkt
Aan ’t jaar, dat thans begint.
Vraag ik thans aan mijn lezerkring
Geeft even me gehoor.
Een oogenblik herinnering,
Dat kan er wel bij door.
Wij hebben ’t niet zoo vreeslijk druk,
Wij zitten immers stil
En dat is zeker nog een geluk,
Als men het goed zien wil.
Al is zeer droevig ook de tijd,
Al is er weinig zon
Houd steeds voor oogen U het feit,
Dat het nog erger kon.
Het oude jaar stelde teleur,
Het bracht verdriet en leed,
Een jaar van angst en vrees en smart,
Dat men niet gauw vergeet.
Als men den toestand zoo bekijkt,
Dan zegt men half verlicht,
Het dieptepunt is wel bereikt,
Het einde is in zicht.
Ontvangt van ’t O.W.C. en nog
Voor ’t nieuwe jaar één wensch,
Dat men ons spoedig make vrij
En wederom tot mensch.
Transcription: Thilo von Debschitz