Hij wist geen raad met zich zelf.
Vroeger was hij “een sloome duikelaar”, die met zichzelf geen raad wist. Dikwijls keek hij met jaloersche blikken naar die flinke kerels in de Waffen SS. Toen deed hij een groote stap van zijn leven en meldde zich als vrijwilliger. Nu had hij een doel in zijn leven, zijn lamlendigheid was verdwenen. Doe als hij. Meldt U voor één der keuringen, die iedere maand plaatsvinden en in de dagbladen bekend worden gemaakt. U krijgt daar alle inlichtingen. – 5-5-44
Die het vroeger niet ver brachten
En wier leven was mislukt
Kregen weder nieuwe krachten
En zij zijn blij en verrukt.
Van de reuzemogelijkheden
Die het Derde Rijk hun gaf
Al hun leed is nu geleden
En zij staan er zelf van paf.
Vroeger kon men niets bereiken
En men was zoo arm als Job
Maar door de bezetters wijken
Al hun ongelijk en strop.
Ja, het lot kwam te verkeeren
En zij voelen zich enorm
En zij voelen zich als heeren
In de Duitsche uniform.
Na zoovele tegenslagen
Werd hun eindelijk één succes
Die hun zorgen deed verjagen:
Men werd lid van de SS.
Voor de Duitschers binnenvielen
Wist men met zichzelf geen raad.
Thans likt men de Moffenhielen,
Men bestaat van landverraad.
In de kranten kan men ’t lezen,
Menig sloome duikelaar,
Werd de goede weg gewezen
En hij heeft het voor elkaar.
Vroeger was ’t voor hem ellendig
Hij zat vreeslijk in de put
En hij voelde zich lamlendig
En het ergste: hij was blut.
Heden voelt hij zich verheven
En hij voelt zich heel wat mans
Hij heeft thans een doel in ’t leven
Adolf gaf hem deze kans.
Zeer tevreden is hij blijkbaar
En hij glimlacht trots en blij
Maar zijn doel is onbereikbaar
En zijn tijd gaat gauw voorbij.
Ja die glans is slechts voor tijdelijk
En zijn val is niet meer ver,
Binnenkort gaat onvermijdelijk
Onder Adolf Hitlers ster.
En zij zullen dan de vruchten
Oogsten van hun booze daad
Neen, zij zullen niet ontvluchten
Straks weet men met hun wel raad.