Inmiddels duurt het wachten op de invasie voort en te Berlijn wordt ook in militaire kringen de verwachting uitgesproken, dat de reeds gisteren door ons besproken passage in het weerwachtbericht van 13 Mei een vingerwijzing is, dat de strijd om West-Europa ieder oogenblik kan losbreken. Afwachten dus maar. De weersomstandigheden zullen vermoedelijk in de komende dagen goed zijn, de hooge vloed is gunstig voor operaties op het vlakke strand en de nachten zijn lang en zonder maanlicht. – 16-5-44
Het uitblijven van de invasie heeft nu in militaire Duitsche kringen tot de overtuiging geleid, dat de groote aavnal op Midden Europa voorloopig is uitgesteld. Men verwachtte de invasie omstreeks het midden van de Meimaand. Nu zij niet gekomen is, zal het uitstel vermoedelijk eenige weken duren. Omtrent de redenen van dit uitstel kan men zich slechts in gissingen verdiepen, evenals het uitblijven van het offensief in het Oosten, waarvoor de Sowjet-Russische legerleiding, naar men mag aannemen in overleg met Engeland en Amerika, binnen opmerkelijk korten tijd de voorbereidingen heeft voltooid, kennelijk met het doel gereed te zijn, wanneer de strijd in het Westen zou ontbranden. In verband met den maanstand en de daarmede verband houdende getijveranderingen is het onwaarschijnlijk dat voor medio-Juni landingspogingen zullen worden ondernomen, indien althans het begin van het groote geallieerde offensief, niet tot een nog later tijdstip is uitgesteld. Intusschen is het luchtoffensief der geallieerden tot ’n ongekende intensiteit opgevoerd teneinde, naar men te Berlijn verklaart, iets in de plaats te stellen van de uitgestelde invasie. Overigens vraagt men zich te Berlijn af, waarom als de invasie uitgesteld is, de bombardementen op Noord-Frankrijk en Belgie op zoo groote schaal worden voortgezet Zenuwenoorlog? Als dat zoo is neemt deze even tragische als belachelijke afmetingen aan, gezien het groote aantal slachtoffers. – 31-5-44
Ik vind, de derde Rijksprofeten,
Die doen voortdurend zoo alsof
Zij heel precies de toekomst weten
Misschien gelooft hun nog een Mof.
Wij lachen slechts om hun voorspelling,
Want die kwam immers nimmer uit,
Zij brachten al zoo menig stelling,
Die bleek daarna noch hom noch kuit.
Zij wisten dan ook vantevoren
-want zij zijn zoo geweldig bij-
Dat de Invasie werd beschoren
Beslist zoo ongeveer half Mei.
“En wij ontvangen hun uitstekend
Met een doeltreffend welkomstlied”,
Zij hadden vast erop gerekend,
Maar Eisenhower kwam maar niet.
En daarna was men van opinie
En wist het zeker en beslist:
Nu komen zij niet voor half Juni
En … heeft zich wederom vergist
De vijand stoort zich niet aan prognosen,
Die men verkondigt uit Berlijn,
Heeft zelf het oogenblik gekozen
En koos een andere termijn.
En in de steden en in dorpen
Herwint vertrouwen man en moed,
Men weet: de teerling is geworpen.
En men verwacht: Nu komt het goed.
Dit is de dag van onze dromen,
Wij scheppen weder nieuwe kracht,
Want thans zal gauw de vrijheid komen.
Houdt vol! Teneinde spoedt de nacht.
Transkription: Thilo von Debschitz