Onderduikers kunnen straffeloos terugkeeren.
In een Zaterdagavond te Maastricht gehouden openbare volksvergadering heeft Max Blokzijl medegedeeld, dat hij den laatsten tijd een drukke correspondentie heeft gevoerd met kringen van zgn. onderduikers. Hij had daarbij den indruk gekregen dat velen van hen misleid zijn door de omstandigheden en graag uit de verwarring willen loskomen. Na van de betreffende instanties te dezen aanzien de noodige waarborgen en instemming te hebben ontvangen, kon Max Blokzijl aan deze onderduikers de verzekering geven, dat zij straffeloos zullen kunnen terugkeeren, onder voorwaarde, dat zij bereid zouden zijn zich voor een of ander nuttig en positief doel, beschikbaar te stellen. – 18-4-44
Wij blijven onder water
Geachte Max Blokzijl
En wachten maar op later.
Want wij zien niet veel heil
Als wij nu reeds opduiken
Hoewel het volgens jou
In kannen en in kruiken
Is, neen Max, ik vertrouw
Niet op het vrij geleide
Waarvan ge plechtig praat,
Want er ontbreekt bij mij de
Geestdrift, om Duitsch soldaat
Of slaaf te willen worden
Voor het Germaansche rijk,
Neen voor de Nazihorden
En’t NSBer-slijk
Blijf ik me wel vrijwaren,
Ik houd me verder schuil,
Te veel heb ik ervaring,
Ik val niet in die kuil,
Die jullie voor me groeven,
Ik wacht nog even af
En delf voor jullie boeven
Zoostraks, nog menig graf.
Want volgens mijn gedachten
Is dat een nuttig doel,
Dus blijf ik thans maar wachten
En zit stil op mijn stoel.
Transcription: Thilo von Debschitz