Een jaar ging heen, een jaar zonder berichten,
Ik weet vandaag niet waar U bent
En toch ga ik vandaag iets voor U dichten
Ik ben nu eens van ouds eraan gewend,
Voor Uw verjaardag een gedicht te schrijven
En daarom doe ik het ook thans,
Al zal ’t voorlopig ongelezen blijven,
Ik hoop nog altijd op de kleine kans
Dat men elkaar na afloop dezer tijden
Nog eens in leven wederziet,
Men weet het niet, waarheen ons lot zal leiden.
En of het voor ons ook goedkomt of ook niet.
Vandaag zijn ’t geen verjaardagsjubelklanken,
De jubel is lang naar de maan,
Ik wensch U, moeder, heden slechts te danken
Voor al hetgeen U voor me hebt gedaan.
Transcription: Thilo von Debschitz