12-12-1944, 2nd volume, no. 58, Page 7
12-12-1944, 2nd volume, no. 58, Page 8
12-12-1944, 2nd volume, no. 58, Page 9

cover / introduction table of contents

De nieuwe burgemeester

Burgemeester van Enschede, Genemuiden en Hellendoorn.
Door den Commissaris der provincie Overijssel is benoemd met ingang van 1 November tot wnd. burgemeester van Enschede de heer W.R. Jager, onder gelijktijdige intrekking van de benoeming in die functie van den heer J.W. Oonk, wnd. burgemeester van Haaksbergen; met ingang van 1 November tot wnd. burgemeester van Genemuiden de heer E.W. Koster; met ingang van 28 October ingetrokken de benoeming als wnd. burgemeester van Hellendoorn van den heer van Dalen, wnd. burgemeester van Den Ham. Door den Beauftragte in de provincie Overijsel is met ingang van 28 October benoemd als burgemeester van Hellendoorn de heer M Stevens. – 16-11-44

Onze oude burgervader,
De heer Rückert is verdwenen,
En men zocht naar een verrader,
Die zich voor een baan mocht lenen.

Om zulk baan te kunnen krijgen,
Daarvoor moet fascist men wezen,
Moet men voor de moffen buigen,
Zweren op de Nazi-thesen.

Maar de duitsche overwinning
Is vandaag niet meer zoo zeker,
Na den roes kwam de bezinning
En zij vreezen thans de wreker

En men wenscht niets te riskeeren
En men vreest voor de gevolgen,
Vreest dat het straks zal verkeeren
En dat dan het volk verbolgen

Pakken zal den functionaris,
Pakken zal den burgemeester
N.S.B. gezind en arisch,
En dus zijn ze wat bedeesder.

En dus zijn ze wat voorzichtig,
Trachten zich terug te houden,
Ja, zij werden schuw en schichtig
En zijn heusch niet meer de ouden.

Zoo zat menig Enschedeër
Burgemeesterloos te treuren
Maar thans kwam een N.S.B.er
En mag deze stad regeeren

Ja, zij vonden voor dit baantje
Eindelijk een waardig drager
En wij zien vol vreugde: haantje
De voorste werd de Heer Jager.

Beste Enschedeërs weest er
Blij mee, weest ermee tevreden,
Want U kreeg een burgemeester,
Al Uw leed is thans geleden.

In ons tijd van menschenjachten
Schijnt een Jager best te passen,
Ja, dat zal ons leed verzachten,
Weliswaar kan men niet brassen,

Weliswaar kan men niet fuiven,
Want de tijd is schraal en mager,
Maar ik kan een feestlied schrijven
En dus schrijf ik: Leve Jager!

Maar zulk wensch zal niet veel geven
Gauw bestelt men Jager heusch ter
Aarde, op zijn graf geschreven
Staat dan: wijlen burgemeester.

Transcription: Thilo von Debschitz