Een paaschei kostte vroeger
Plus minus twee, drie cent,
Vandaag is het een weelde,
Voor velen ongekend,
Voor velen werd een paaschei
Een onbereikbaar ding
En nagenoeg symbolisch
En een herinnering
Aan vroeg’re vette tijden,
Toen het nog beter was
En men niet overheerscht werd
Door ’t herren menschenras.
Die Henri Quat’ van Frankrijk
Had eens een prachtig plan:
Per week aan elke Franschman
Een soepkip in de pan.
Doch monsieur Adolf Hitler,
Die speeld’ iets anders klaar,
Een paaschfeest zonder paaschei
Beleeft door hem van ’t jaar
Het allergrootst gedeelte
Van ’t volk van Nederland
En honger wordt geleden,
Dit land in Moffenhand
Is arm en kaal geplunderd
En werd tot een woestijn
Van smart en van ontbering,
Van schrik en vrees en pijn
Met Paschen ‘45
Zijn wij nog steeds niet vrij,
De Nederlandsche Paschen
Is dit jaar zonder ei.
En toch vindt ons de Paschen
Van ’t jaar niet zonder hoop,
Wij voelen, Adolfs benden
Gaan spoedig op de loop.
Werd ons ook veel ontnomen
Door moffendwingelandij,
De opstanding zal komen,
Wij weten’t en zijn blij.
Transcriptie: Thilo von Debschitz