VIDEO’S

Een kleine verstoppeling vraagt

U bekijkt momenteel inhoud van een plaatshouder van Vimeo. Klik op de knop hieronder om de volledige inhoud te bekijken. Houd er rekening mee dat u op deze manier gegevens deelt met providers van derden.

Meer informatie

Gedicht van Curt Bloch, gepubliceerd in Het Onderwater Cabaret op 25 september 1943.
Voorgelezen door zijn weduwe Ruth Bloch (98) op 12 november 2023 in New York.
Link naar de originele pagina

Tekst

Moeder wat hebben wij gedaan
Hoezoo mag ik niet buiten spelen,
Waarom mag ik niet wandelen gaan,
Want altijd zitten gaat vervelen.

Waarom haalden zij vader weg
De wrede, ruwe, groene mannen
O zeg het mij toch, moeder zeg
En waarom wil men ons verbannen?

Hoezoo is ’t noodig, dat men schuilt
En waarom willen zij ons dooden
En waarom heeft men ons bevuild
En waarom hebben zij verboden

Dat wij als ieder ander mensch
Wij mogen zijn in doen en laten
En mogen leven naar ons wensch
Hoezoo beveelt men, ons te haten?

Waarom heeft men geroofd ons huis
Waarom moesten wij toevlucht zoeken
Voor nood en dood en hakenkruis
In afgelegen donk’re hoeken?

Hoezoo gunt men ons niet het licht
Waarom mag ons de zon niet schijnen,
Waarom moet ik met bleek gezicht
In ondergrondse grotten kwijnen?

Word aan mij niet het gelijke recht
Als aan de anderen gegeven
Ben ik niet even goed en slecht
En moet ik in verdrukking leven?

Er komt een dag, dan wijkt die druk.
Jawel, men zal ons eens bevrijden
En dan zal ik vol trots en geluk
Voor recht en vrijheid blijven strijden.

Vrijheid!

U bekijkt momenteel inhoud van een plaatshouder van Vimeo. Klik op de knop hieronder om de volledige inhoud te bekijken. Houd er rekening mee dat u op deze manier gegevens deelt met providers van derden.

Meer informatie

Gedicht van Curt Bloch, gepubliceerd in Het Onderwater Cabaret op 2 april 1945.
Voorgelezen door zijn weduwe Ruth Bloch (98) op 12 november 2023 in New York.
Link naar de originele pagina

Tekst

Men kan de vrijheid ruiken
En ziet de zonneschijn,
De tijd van onderduiken
Zal gauw geleden zijn.

Zoo menig blijde tijding
Werd ons alreeds gebracht,
De lente brengt bevrijding,
Bevrijding lang verwacht.

Bevrijding uit de boeien,
Bevrijding uit de nood,
Men ziet de bloemen bloeien
En ziet het morgenrood

En ziet het ochtendgloren
Reeds van de nieuwe tijd,
De vrijheid wordt geboren
Uit nood en dood en strijd.

De vrijheid wordt geboren
Uit nood en dood en pijn,
Na zooveel leed beschoren
Zal zij ons dierbaar zijn.

Wij zullen haar aanvaarden
Als teêr en kostbaar goed
Van onschatbare waarde,
Dat men behoeden moet.