De waarheid drijft het hakenkruis
Nu krachtig in het nauw,
De propaganda brengt al
Je reinste klaagzangen.
Hoewel men schuchter alleen toegeeft
Wat men niet langer kan ontkennen,
En de leiding nog steeds taboe blijft,
Maar bijna krijg je
Inzicht in de ware toedracht
Tegenwoordig uit de krant,
Want ondanks de strengste censuur
Valt er vandaag niets meer te lachen.
Het leger ziet er treurig uit,
Terug in het oosten en zuiden,
Ook thuis in het Derde Rijk
wordt het volk zeer ontevreden.
Langzaam krijgt het volk te veel
Van offerhecatomben,
Van het nachtelijke spel van de propellers,
Van de dreun der bommen.
Van geweeklaag en kreten van pijn
In lange nachten van lijden.
De roes van de overwinning is allang voorbij
Voor hen die vroeger dronken waren van de zege.
Ze staan stil en staan zwijgend
Bij menige bomkrater,
Nu pas ziet men hoe dom men was
En heeft een gigantische kater.
Men heeft een kater en is boos
Op nazi-demagogen,
Die het Duitse volk in roekeloze moed
In deze oorlog hebben meegetrokken.
De nood van het volk groeit en zwelt,
De heren worden bang.
Het beeld is grondig veranderd,
De oorlog duurt te lang.
Het aantal daklozen
Loopt al in de miljoenen.
Ze zitten naakt en zitten bloot,
Alle illusies zijn verdwenen.
En als de donder rommelt het gemor
Van de wreed gebombardeerden,
Je hoort hen ontevreden brommen,
Die tot nu toe niet zijn omgekomen.
En Goebbels denkt heel sluw
Het kind nog een keer in slaap te sussen,
Het volk nogmaals schaamteloos
Een droombeeld voor te spiegelen.
Jullie, die arm zijn geworden,
Jullie zullen niet arm blijven,
Hierna volgt er glorie,
Te mooi om te beschrijven.
Het lonkt naar jullie, een luilekkerland,
Een hemel op aarde,
En wat vandaag verbrand is,
Wordt dan tien keer zoveel.
En steeds haalt hij nieuwe leugens
Uit zijn leugentrommel,
En hij hoopt: Misschien lukt het,
En zorg ik dan voor rust.
Maar het Duitse volk wordt wakker en denkt:
Hij heeft zoveel beloofd.
Hij heeft ons naar het ongeluk geleid
En is zijn belofte niet nagekomen.
De verraderlijke tong
Heeft ons verkocht en verraden
We zijn de mooie woorden zat
En willen eindelijk daden.
We zien zijn horrelvoet,
We herkennen hem, de boze,
En hopen dat we binnenkort
Van zijn smoesjes bevrijd zullen worden.
Post-editing: Hanny Veenendaal
Heeft u een fout opgemerkt in deze transcriptie of vertaling en wilt u ons een gecorrigeerde versie sturen? Of heeft u een lyrische vertaling gemaakt die rijm en ritme van het origineel weerspiegelt? Stuur ons dan gerust uw versie. Bij dit herinneringsproject waarderen we vrijwillige ondersteuning, en we controleren de ontvangen berichten regelmatig.