Roeween Treep (*1943) werd geboren in het Nederlandse verzamel- en doorgangskamp Westerbork. Van daaruit werden meer dan 100.000 Joden gedeporteerd naar de vernietigingskampen in Oost-Europa. Toen Roeweens moeder hoorde dat haar deportatie naar Auschwitz op handen was, wist zij samen met haar zes maanden oude zoontje Roeween uit het zwaar bewaakte kamp te ontsnappen. Zij doken onder in Amsterdam tot de bevrijding van Nederland door de geallieerden. Na de oorlog was zij niet in staat om voor Roeween te zorgen. Haar zoontje werd van haar weggehaald en belandde tot zijn veertiende jaar bij verschillende pleeggezinnen en in weeshuizen. Later werkte Roeween op diverse plekken in de grafische industrie. Op 21-jarige leeftijd verhuisde hij naar Engeland, waar hij trouwde en drie kinderen kreeg. Toen hij 31 was, verhuisde hij met zijn gezin naar Israël, waar hij werkte voor een internationaal computerbedrijf. In 1988 keerde Roeween Treep terug naar Nederland.