13 november 1943
Inleiding tot de inhoud
In het gedicht Benzinlegende behandelt Curt Bloch de omkering van waarheid. Na de Eerste Wereldoorlog vertelde de Duitse propaganda de “dolksteek” legende en legde de eigen schuld bij “duistere buitenlandse machten” of naar keuze bij de Joden, marxisten, jezuïeten, vrijmetselaars of Britten. Na de overwinning van de geallieerden op het Afrikakorps van veldmaarschalk Erwin Rommel in 1942 wordt nu een benzinelegende verteld: de nederlaag van het Duits-Italiaanse pantserleger is uitsluitend te wijten aan een tekort aan benzine, veroorzaakt door Italiaans verraad. Maar Bloch is er zeker van dat leugens de dreigende nederlaag niet kunnen afwenden: “Jullie hebben het spel verloren.”
Geconfronteerd met zware Duitse verliezen en Britse luchtaanvallen probeert Joseph Goebbels het Duitse volk gerust te stellen: “1943 is geen 1918.” In tegenstelling tot de Eerste Wereldoorlog zijn we sterker en zullen we tot het einde vechten. Maar Curt Bloch merkt ongewone melancholische ondertonen op in de toespraak van de Rijkspropagandaleider. Hij beschouwt ze als “motiv van Götterdämmerung” en “nabije diepte van het graf”.
Het gedicht Driemogendheden conferentie toont Curt Blochs ongeduld met de Britse oorlogsvoering. De titel verwijst naar de ontmoetingen van de ministers van Buitenlandse Zaken Cordell Hull (VS), Vyacheslav Molotov (Sovjet-Unie) en Anthony Eden (Groot-Brittannië) in de herfst van 1943. De drie staatslieden staan ook afgebeeld op de cover van deze “Onderwater-Cabaret”-uitgave. Terwijl de Russen precies wisten wat er moest gebeuren, zouden de Britten hun verplichtingen niet nakomen, klaagt Bloch. Men zou niet lang meer moeten vergaderen, maar ” moeten eindelijik zij gaan strieden” .
Aangezien de huidige oorlogssituatie zich in het nadeel van de Duitsers ontwikkelt, verwijst hun propaganda naar eerdere verrassende successen om de gevechtsmoraal te versterken. Van de Blitzkrieg in Polen tot de bevrijding van Mussolini heeft men uitgeblonken door “Huzarenstukjes”. Maar daarmee, aldus Curt Bloch, “wint men de oorlog niet. Het hakenkruis moet wijken en de overwinning is van ons.”
“De gouden bergen” beloofde Joseph Goebbels aan miljoenen Duitsers die door de oorlog in armoede en dakloosheid leefden. Maar het “voorgespiegelde droombeeld” van welvaart en succes sprak deze doelgroep niet meer aan. Het volk is de mooie woorden van Goebbels zat, schrijft Curt Bloch. Men ziet hem nu als “de boze” en wil “van zijn smoesjes bevrijd zullen worden”.