NRC 30 Juli 1942
“Wij roepen den Engelschen een hartelijk welkom toe”
De Duitsche troepen in het Westen zijn volkomen voldoende om de Engelschen wanneer zij komen op waardige wijze te ontvangen. Wij zijn er op voorbereid zoo schrijft Göbbels, dat wanneer zij komen zij nu niet juist met slechte formaties zullen komen. Een zekeren tijd lang zal de wereld vervuld zijn van het rumoer der wapenen en agitatieleugens.
Maar dan komt langzaam maar zeker onze oorlogsmachine in beweging en op goeden dag zien wij de heeren Engelschen naar Berlijn oprukken, weliswaar niet als veroveraars maar als gevangenen, en de rest streeft verslagen naar een nieuw Duinkerken om over het Kanaal den langen weg naar Tipperary in te slaan. Dat de vijand zou kunnen probeeren een tweede front te vormen hebben wij nooit betwijfeld. Wij betwisten slechts met goede redenen, dat deze poging kans op succes heeft. Wat de Britsch-Amerikaansche oorlogvoering in deze kwestie tenslotte zal besluiten, zoo gaat Göbbels verder, weten wij niet. Wellicht weten zij dat zelf nog niet precies. In zulke gevallen doet men er goed aan zich op alle mogelijkheden in te stellen, ook op de onwaarschijnlijkste. Dat is gebeurd. Of Engeland in ernst een grootsch opgezetten invasiecampagne zal beginnen, of slechts een poging daartoe zal doen, interesseert ons slechts matig. Ook de poging is strafbaar. Zij zal beantwoord worden met middelen, die het Engelsche volk zelf in dit opzicht van zijn laatste illusies zullen berooven. Ook in deze eenige nog opengebleven critieke kwestie van den oorlog zal dan duidelijkheid heerschen. Dat zou ons slechts aangenaam kunnen zijn. Wij roepen derhalve den Engelschen een hartelijk welkom toe. Het is te hopen, dat zij ook eenige Amerikanen meebrengen. De MacArthurs zouden dan voor de eerste maal kennis maken met Duitsche soldaten, die weliswaar geen tennisrackets en golfballen meebrengen maar eerste klasse wapens en een op alle oorlogs-tooneelen van Europa vergaarden rijken schat aan oorlogservaringen. Met genoegen zouden zij gebruik maken van de gelegenheid om den Yankees duidelijk te maken dat ook voor hen de toegang tot Europa verboden is. (A.N.P.)
Dit zijn snel veranderende tijden
De leugens zijn van korte duur.
Steeds groter wordt de moeilijkheid
Het volk nog te bedriegen
En wat die Göbbels vandaag brengt,
Kan mij niet meer bekoren,
Het niveau van leugens daalt en daalt,
Blijkbaar onder de druk van de tijd:
Russische ontmenselijking,
Die deze wereld vernietigt,
Het Duitse volk verwerft roem
Voor altijd in de geschiedenis,
Omdat het met waardigheid en met moed
De luchtoorlog lijdzaam ondergaat,
De wraak treft het Britse gespuis.
Zeker nog deze dagen,
De oorlog duurt waarschijnlijk nog heel erg lang,
Mogelijk nog jaren,
Maar voor de overwinning is hij niet bang,
Als men maar moed houdt.
En dat krijgt men dagelijks gepresenteerd
In weinig varianten,
Een web van leugens, oud, tot op de draad versleten,
Die we al lang kenden.
Zo prijs ik de vroegere tijden
Van Göbbels‘ gloriedagen,
Nog niet zo lang geleden en toch zo ver weg,
Wat heeft hij toen gezegd?
Toevallig viel me in handen
Vandaag een oude krant
Wat ik daarin geschreven vond,
Leek me van belang.
Die laat de heer Göbbels in topvorm zien
Opgeruimd en activistisch
Ja, toen was hij in zeer hoge mate
Vol goede moed en optimistisch
Toen was er nog enige reden
Voor dit optimisme,
In de Kaukasus verliep zeer voorspoedig
Het oorlogsmechanisme.
En Rommel bij El-Alamein
Bedreigt Alexandrië
Toen kon Göbbels blij gestemd zijn
En fel van leer trekken.
Dat heeft hij ook rijkelijk gedaan
En wat de Hottentotten
Met hun oorlogskreet toejuichen,
Bereikte hij met de spot te drijven
En door de boze, boze vijand
Te beschimpen en te bespotten,
Dat hij lachwekkend zwak blijkt
Voor de edele zonen van Wodan!
De invasie was ons zeer welkom,
We zullen hun eens wat laten zien
Met de Britten ging het vreselijk slecht
En ze gingen gruwelijk onderuit
Ze zouden zeker naar Berlijn komen
Echter, als onteerde gevangenen,
Naar Tipperary zouden ze gaan
De rest, die hieraan ontsnapte.
Laat de nederlaag hun vloek zijn,
Hun streven te schande gemaakt,
Want strafbaar zou zelfs hun poging zijn
Om aan het Kanaal te landen.
We zien gelaten en geduldig
De Engelsen verschijnen,
We heten jullie welkom
Maar huil alsjeblieft niet,
Wanneer ons door de strijd geharde leger
Jullie meedogenloos aanpakt,
Voor ons leger is dat niet moeilijk
Na al die jarenlange overwinningen.
We verzoeken je daarom vriendelijk
Ook Yankees mee te brengen,
We zullen ook hen dwingen
Tot een jammerlijke aftocht
Het golfspel zal jullie nergens toe dienen,
Men zal jullie op de kneukels kloppen
Europa staat onder Duitse bescherming,
Toegang voor jullie verboden! —
Ik heb wat Dr. Göbbels zong
Vandaag voor jullie opgediept
Je ziet dat de tijden al lang
Grondig zijn veranderd.
Hoewel, het is waar, de Tommy is
Tot op heden nog niet aan komen zwemmen
En toch brengt hij jullie schandelijk genoeg een bezoek,
Men roept niet langer ‘Welkom’
Intussen hebben jullie heel wat klappen
Op menig front gekregen,
Zodat jullie beetje bij beetje
De lust om te spotten is vergaan.
Het is weliswaar een nationale plicht
Om je nog steeds sterk te gedragen
En toch, het zal niet lang duren,
Het zal spoedig anders zijn.
Post-editing: Marion Frankenhuis
Heeft u een fout opgemerkt in deze transcriptie of vertaling en wilt u ons een gecorrigeerde versie sturen? Of heeft u een lyrische vertaling gemaakt die rijm en ritme van het origineel weerspiegelt? Stuur ons dan gerust uw versie. Bij dit herinneringsproject waarderen we vrijwillige ondersteuning, en we controleren de ontvangen berichten regelmatig.