15-04-1944, 2e jaargang, nr. 16, pagina 2
15-04-1944, 2e jaargang, nr. 16, pagina 3

cover / inleiding

Mohammedaanse SS

Nee, Duitsland is niet langer te verslaan
Sinds het zijn toevlucht heeft genomen
– De Britten hebben er moeite mee –
Tot de aanhangers van de islam.

In Duitsland is er geen twijfel,
Men roept: Hoera, we doen het,
Ondanks alle ellende, ondanks dood en duivel
Mohammedaanse SS.

De grote nieuwigheid van deze oorlog,
Ze vecht met vuur en elan,
De garantie van de overwinning
Hebben we vandaag in de zegen van de Koran.

Ja, vandaag is de Grootmoefti met ons,
Het Opperhoofd van de moslims,
Politiek is hij misschien een luchtkasteel,
Maar ja, we hebben hem.

En hij is onze grote weldoener
En onze troost in deze tijd,
Want hij riep alle moslims op
Voor Adolf in de heilige strijd.

Het is waar dat iemand van Mohammedaanse afkomst,
Wat betreft zijn bloedstructuur,
Niet raszuiver en niet Germaans is,
Maar zoiets stoort ons niet in het minst.

Als hij voor ons vecht, is het in orde,
Sterft hij voor ons, à la bonne heure,
Welkom kanonnenvoer,
En al het andere doet er niet meer toe.

Het siert hem en zijn vlaggen,
Van de krumsabel in sterke handen,
Het SS-runeteken van de Germanen,
Dat hem niet werd toegekend.

Dat is de onderklasse van de SS,
Die tot pseudo-ridder werd geslagen,
Weliswaar minderwaardig van ras,
Maar goed genoeg om te sterven.

Versierd met het nationaal embleem
En met de doodskop op hun fez,
En op een dag zullen de lijken zijn:
Mohammedaanse SS.

Bewerken: Nannie Braunstein-Beekman