2e jaargang, nr. 27

Inleiding tot de inhoud

Het overlijdensbericht van een familie uit Enschede brengt Curt Bloch ertoe een in memoriam voor SS-Sturmmann Johann Strootmann te schrijven. Terwijl de familieleden de heldendood verkondigen, blijft Bloch onbewogen. Wie van Hitler houdt, is gedoemd tot de ondergang. Hij vermoedt dat de overledene een plek in de hel heeft.

Het nieuwsbericht dat de Britse luchtmacht mensen heeft beschoten in het Duitse strandbad Sinzig, wekt bij Curt Bloch leedvermaak op. De Duitse bezetters zouden de Nederlandse bevolking al vier jaar lang strandbezoeken ontzeggen. Daarom vindt hij het ondanks de zomerhitte acceptabel om ook de Moffen met mitrailleurs weg te houden van zwemmen.

Niet alleen de voorpagina van deze OWC-editie behandelt De Russische verliezen. Ook in het binnenwerk plakt Curt Bloch een hele pagina met bijbehorende persartikelen. Eerst denkt hij deze propagandaberichten verder uit: Stalin offert zijn troepen in miljoenen aantallen op, op een dag zijn “de Sovjetkrachten uitgeput” en kan Duitsland de overwinning vieren. Maar uiteindelijk beschouwt Bloch de mediaberichten als een onjuiste voorstelling van zaken.

In de tekst De Paniek van Aveley gaat het ook over onjuiste berichten. Curt Bloch vertelt over een Britse predikant die zijn gemeente met een poster de geallieerde opmars op het vasteland aankondigt. In plaats van blij te zijn met een overwinning, raken de gemeenteleden in paniek en vrezen ze de vernietiging van hun stad door wraakacties van de Duitse luchtmacht. Bloch daarentegen beschouwt hun angst als ongegrond en het bericht als een “persgewrocht” uit het Duitse Nachrichtenbüro (DNB).

Net als velen verlangt Curt Bloch naar het einde van de oorlog. In het gedicht Iedereen is oorlogsmoe concludeert hij dat het zo niet verder kan. Iedereen wil een rustig leven in broederschap, zonder angst, mensenjachten en huilende sirenes. Niemand weet wanneer er eindelijk betere tijden zullen komen, maar Bloch wil de vrede ervaren “zolang je er nog iets aan hebt.”

De tekst Antoon staat pal is bedoeld als een schlager en verwijst naar Anton Mussert (1894–1946), medeoprichter en leider van de Nationaal-Socialistische Beweging. Ondanks de naderende Britse troepen wilde hij in Nederland blijven en in het uniform van het Duitse leger tegen de geallieerden vechten. Dit nieuws is “een strop voor Engeland”, bespot Curt Bloch. Met deze onverzettelijke soldaat – beter dan de Atlantikwall – is Duitsland gered. In werkelijkheid werd Mussert na de bevrijding van Nederland gearresteerd, ter dood veroordeeld wegens hoogverraad en geëxecuteerd.