3e jaargang, nr. 8

Inleiding tot de inhoud

Prinses Juliana (1909–2004), die in 1948 de koningin van Nederland zou worden, krijgt in Engeland van koningin Elizabeth (1900–2002), de vrouw van koning George VI,  een kampeerauto ten geschenke. Curt Bloch presenteert het bijbehorende krantenbericht voor zijn gedicht, maar oefent kritiek op een cadeau uit: De prinses en haar familie hebben al paleizen en geen nieuwe accommodatie nodig. Het zou beter zijn geweest om Juliana een alligator te geven. Hiermee verwijst Bloch naar de “Alligator-tank”, een amfibische tank met de officiële benaming LVT1. Zeker speelt Curt Bloch met zijn kritiek in op het feit dat de Nederlandse koninklijke familie aan het begin van de Duitse bezetting naar Groot-Brittannië was gevlucht – de ballingschap werd hen door veel onderdanen kwalijk genomen. Een “Alligator” – zo meent Bloch – zou koningin Wilhelma weer op het rechte pad kunnen brengen en samen met Juliana, Beatrix, Irene, Margriet en Bernhard weer veilig naar huis kunnen brengen.

In het gedicht De eeuwige glimlach treedt Curt Bloch terug in gedachten, “glimlacht door de eeuwigheden” en laat de duizenden jaren oude geschiedenis der mensheid aan zich voorbijtrekken. In zich herhalende regelmaat zouden er dictators zijn geweest, wiens ijdelheden en heersersdromen altijd op niets uitlopen. “Het menschdom, zal het ooit wel leeren?” vraagt Bloch. Hij wenst zich een toekomst waarin men zich aan betere taken wijdt dan aan oorlogszuchtige confrontaties. Wanneer zijn “glimlach door de eeuwigheden” de “glimlach aller” wordt, is de mensheid genezen.

Dat Curt Bloch veel kranten bestudeerde en ook oudere artikelen in zijn schuilplaats bewaarde, blijkt uit het gedicht “In Schwiebus en in Züllichau”. Want de basis van deze verzen is een advertentie van Circus Busch uit 1938 – met de aankondiging van optredens in steden als Züllichau, Landsberg en Schwiebus. Grote opwinding heerste in deze plaatsen wanneer daar de attracties van het hoofdstedelijke circus te beleven waren. Maar de euforie van vroegere tijden – over roofdiershows, koorddansen en acrobatiek evenals “Adolfs circusspel” – was vervlogen, zes jaar later had de „stormwind van de Russen“ de “Nazi-clownerie” van het speelplan verwijderd. Het gedicht eindigt met actuele, ingeplakte berichten van het front: Schwiebus en Landsberg zijn door de Russen bezet, Schneidemühl is al omsingeld.

De door de nazi-censuur beïnvloede Belgische krant “Het Laatste Nieuws” bericht over een Duits oorlogsvliegtuig dat zich ook onder water kan bewegen. Deze wonderlijke uitvinding bespot Curt Bloch met zijn gedicht De vliegende duikboot. Hij gelooft dat de bron van de hersenschim in een sciencefictionverhaal van H.G. Wells (1866–1946) te vinden is en presenteert het overeenkomstige tekstfragment in een krantenknipsel.