Herr Rauter is verdwenen
Van Neêrlands schouwtoneel
En slechts de Nazis weenen,
Want Rauter kreeg z’n deel,
Neen, hij kreeg veel te weinig,
Want hij stierf veel te snel,
De dood was veel te zuinig,
Een duivel, die een hel
Van dood en duizend smarten
Voor velen heeft gebracht
En recht en vrijheid tartte,
Stierf die niet veel te zacht
Met wat revolverschoten?
Is dat voor zulk een beest,
Dat zooveel heeft misdreven
Niet veel te mooi geweest?
Och, opgeruimd staat netjes,
En hij is opgeruimd
En dus ga ik niet klagen,
Doch Seijss is slecht geluimd
Zijn beste vriend die Rauter
Is dood en ging kapot
Vriend Seijss vreest voor zichzelf
Heel gauw eenzelfde lot.
Rauter was commissaris
Voor Seijss z’n veiligheid
En Heinrich Himmlers zetbaas
En onder zijn beleid
Is Nederland geworden
Tot een groot tranendal,
De Rauterhunnenhorden
Verspreidden overal
Gewelddaad en verschrikking
En pleegden roof en moord
En brachten ons verdrukking
Van ’t allerergste soort
Vriend Rauter is gevallen,
Vriend Rauter kreeg z’n straf
En dat verheugt ons allen,
Een Moffenbeul, die laf
Zoo menig Nederlander
Gekweld heeft en gedood,
Die zakte in elkander,
Nadat men op hem schoot
Is Rauter thans verdwenen
Van Nêêrlands schouwtooneel,
Ook zij, die erom Weenen
Krijgen heel gauw hun deel.