Abraham Wolf Rosenberg (* 1943) wordt in Amsterdam geboren als kind van Joodse ouders. Zijn vader geeft les in de Joodse godsdienst en werkt als chazzan in een synagoge. Toen Abraham twee maanden oud was, werd hij samen met zijn oudere broer aan leden van het verzet overgedragen zodat men voor beiden een veilige schuilplaats kon vinden. Via onderduikadressen in Hilversum, Hoorn en Amsterdam kwamen de broers uiteindelijk in Baarlo in Limburg terecht. Daar werden ze gescheiden en in verschillende pleeggezinnen opgenomen. Abraham kreeg een nieuwe naam – vanaf dat moment heette hij Paul Gielen. Na de bevrijding bleef Paul bij zijn pleeggezin. Pas op de lagere school hoorde hij wie hij werkelijk was. Zijn biologische ouders werden in de gaskamers van Sobibor vermoord. Als volwassene besloot Paul als Jood te leven en zijn oorspronkelijke naam te dragen – hij heette vanaf dat moment weer Abraham Wolf Rosenberg. Net als zijn vader werkte hij als chazzan. Daarnaast was hij werkzaam als bibliothecaris van Ets Haim, de oudste nog in gebruik zijnde Joodse bibliotheek ter wereld. Als gastspreker vertelt Abraham regelmatig aan schoolklassen over zijn leven.