06-09-1944, 2e jaargang, nr. 43, pagina 8
06-09-1944, 2e jaargang, nr. 43, pagina 9
06-09-1944, 2e jaargang, nr. 43, pagina 10

cover / inleiding inhoudsopgave

Duitse poëzie vandaag

De hemel is stil. En de ruïnes treuren. Maar, hart, je leeft! Niets kan je ooit bedekken. Er komt al broodgeur uit snel opgezette hutten. We zijn een volk, maar niet een volk bij klaagmuren. We kennen elkaar zoals we elkaar nooit kenden; Gehard door de hitte die ons omringt. Laat muren vallen. Brood is sterker! Sterk als het verzet, wiens alle vuur brandde! – Artur Zickler

“De muren breken – maar de harten niet!”

Meisjes van vandaag
Dit zijn de meisjes van vandaag, ze staan hun mannetje. De wapensmederij heeft mensen nodig: ze steken hun handen uit de mouwen. Zo zijn we meisjes gemaakt: dag in, dag uit. Wapens en nog eens wapens moeten ons motto zijn. Zo zijn we meisjes in de oorlog: hard aan het werk. Later, na de overwinning, zijn we weer “lief”.

De Duitse nazidichters
Die sterven nooit uit,
Hun propagandakoker
Dreunt nog in elk huis

En hamert de slogans
In elk Duits hoofd
En jullie laten je bedonderen
En jullie laten je verwarren.

Ze vragen u om te werken
En prenten het je in:
Wapens en nog eens wapens,
Dat moet het motto zijn.

Laat de huizen maar instorten,
De harten breken niet,
Zo hoor je vandaag praten
Zo‘n nazidichterssukkel.

Zelfs als de muren vallen,
Blijven de harten sterk,
Want sterk is in ons allen
Het merg van Hitlertrouw.

En of je nu in krotten woont
Of op een mesthoop,
Ze proberen je nog te pakken
Met pathos en list.

Of je huizen nu roken,
Of het gezin dood is,
Ze proberen je te gebruiken
Ondanks verdriet en nood.

Ondanks jullie haat en woede
Haast jullie verder tot oorlog
Menig laffe dichter
En bazelen over de overwinning.

Dit is de poëzie van vandaag
Van dichters ver van het front,
De poëzie van jullie failliet,
De poëzie net voor het einde.

Post-editing: Jaap Abrahams, Gerd Funke