1e jaargang, nr. 12, pagina 6
1e jaargang, nr. 12, pagina 7
1e jaargang, nr. 12, pagina 8
1e jaargang, nr. 12, pagina 9
1e jaargang, nr. 12, pagina 10
1e jaargang, nr. 12, pagina 11
1e jaargang, nr. 12, pagina 12
1e jaargang, nr. 12, pagina 13

cover / inleiding inhoudsopgave

Die leugens van de onheilige Joseph

I
Ik heb Goebbels‘ levensloop
Onderzocht en getoetst
De toetsing bracht me tot de conclusie
Dat hij altijd heeft gelogen.

Altijd wist hij het Duitse volk
Met bedrog en listen te verleiden
En de lelijkheid van zijn ziel
En zijn slechte daden te verbergen.

De waarheid en Herr Goebbels‘ mond
Zijn twee tegenpolen
Men ziet, bij nader onderzoek
Verschillende periodes

In zijn leugenachtige activiteit
Die heeft in al die jaren
Afhankelijk van het doel en de noodzaak
Veranderingen ondergaan.

II.
Eerst voordat hij aan de macht kwam
Was het zijn constante streven
De toenmalige realiteit
De genadeslag te geven

Van vroeg tot laat was hij bezig
Om alles zwart te maken
En ontevredenheid aan te wakkeren
In vele harten van burgers.

Zeker, de tijd was niet erg mooi
Het onrecht was vaak enorm,
Maar als je het met nu vergelijkt
Was het paradijselijk.

De bobo‘s van die tijd
Waren miniaturen
En onschuldige jongens in vergelijking
Met hakenkruisfiguren.

De corrupties die men zag
Waren corruptietjes
Van de enorme corrupties van vandaag
Spreekt men met geen woord.

Hij blies alles verschrikkelijk op
En overdreef het,
Als een minister iets verprutste,
Beschreef hij het direct.

De nazihelden schilderde hij
In stralend helder wit,
De andere kant besmeurde hij
Met de grootst mogelijke ijver.

De goede naam werd verscheurd
In de klauwen van aasgieren,
Hij belasterde er vrolijk op los
En er bleef altijd iets hangen.

Het ging hem er helemaal niet om
Om leugens te verzinnen
Hij kende maar één doel,
De macht verwerven.

Ontelbare mensen heeft hij zo
Hun eer ontnomen,
De Republiek, die was zo zwak
En heeft het stil verdragen.

Omdat ze zwak was, nam het lot ook
Al snel zijn loop
En zo is met het hakenkruis
Goebbels aan de macht gekomen

III.
En nu was Goebbels aan de macht;
Het werd ingewikkelder
Maar op de lange termijn leerde hij het,
Hij loog steeds geraffineerder.

In zijn pers konden de mensen
Dagelijks opnieuw lezen
Hoe goed het hen ging onder Hitler,
Hoe slecht het daarvoor was.

De Führer gaf de Duitse Rijn
Pas zijn schoonheid
Pas dan, als Duitsland vrij van Joden is,
Zal men goed kunnen leven.

Het draait alleen om idealen,
Niet om lekker eten,
De volksgemeenschap bindt ons,
Dat mag men niet vergeten.

Of arbeider of kapitalist:
Er zijn geen tegenstellingen
Het verschil wordt geconstrueerd
Door rode klassenhaat.

Het buitenland koestert al jaren
Een verlangen naar annexatie,
Daartegen is slechts één verdediging,
We moeten krachtig bewapend zijn.

Want wie vrede wenst moet zich
Op alles voorbereiden,
Dat heeft men altijd al gezien
Sinds onheuglijke tijden.

Tegen het buitenland loog Herr Goebbels:
Hier heerst geen chauvinisme
Het Duitse volk maakt zich alleen sterk
Tegen het bolsjewisme.

Het volk vertelt men: Jullie willen geluk?
Zulk geluk kan alleen worden bereikt
Als we zeer sterk zijn naar buiten toe,
Een volk in volle wapenruisting

En toen de wapens er waren
Bleef hij nog meer liegen
Het buitenland ontnam het Duitse volk
Het recht op leven.

De wereld onderdrukt ons,
We moeten onszelf redden,
Duits volk, grijp naar het geweer,
Bevrijd jezelf! Breek de ketens!

Het Duitse volk, het was zo dom,
Het liet zich vangen door Goebbels,
Het geloofde het liegbeest,
En ging de oorlog in.

IV.
In het begin ging de oorlog heel goed,
Er konden successen worden geboekt,
Men verraste de wereld,
Het leven was als een stuk taart.

En Doctor Goebbels juichte blij:
De vijanden zijn aan het verliezen,
Naar Engeland is het maar een kattensprong,
We zullen spoedig zegevieren.

Maar helaas ging het niet zo snel,
De overwinning werd uitgesteld
Men moet nooit de oorlogsdag prijzen
Voor het avond is.

Als Goebbels een overwinning belooft,
Dan is hij die ook verschuldigd
Duurt het te lang, dan wordt het volk
Een beetje ongeduldig.

En zoals men vaak een bosje hooi
Voor een paard houdt,
Zodat het nog wat verder loopt,
Zo was het het bewind van Goebbels,

Om het Duitse volk te versterken
In hun geloof in de overwinning
De overwinning is nabij en zeker,
Niemand kan het ons ontnemen.

Het Duitse volk was strijdvaardig,
Ze vochten dapper en vastberaden,
Want Doctor Goebbels vertelde hen,
De overwinning was nabij.

V.
De oorlog gaat al zijn vijfde jaar in,
De overwinning is niet behaald
En de bedoeling van Adolf, men merkt het,
Is jammerlijk mislukt.

Het Duitse leger wordt overal
Verslagen, teruggedreven,
Duitsland wordt dagelijks gebombardeerd,
Het is niet meer te verdragen!

Het wordt voor Goebbels vreselijk moeilijk
Om nog steeds te bedriegen
Vervagend en behoorlijk mistig
Zijn nu zijn leugens.

Hij vertelt het volk: Het gaat niet goed
En toch, de overwinning is zeker,
De vijanden geloven dat we verslagen zijn,
Ik zeg: laat me niet lachen.

We zijn nog steeds zo vreselijk sterk
En niet klein te krijgen,
Als Duitsland alleen de Führer volgt,
Zal het zeker overwinnen.

VI.
Een man die nooit de waarheid sprak.
Vertelt de laatste leugens
Het volk merkt op: Het hakenkruis
Bevindt zich in zijn laatste stuiptrekkingen.

Hoe lang zal het nog het systeem
Van bedrog en leugens verdragen,
Wanneer zal het volk eindelijk
Deze aartsleugenaar naar de duivel jagen?

Post-editing: Sylvia Stawski, Ernst Sittig