2e jaargang, nr. 55, pagina 2

cover / inleiding

Troost

Nood en dood en vrees en rouw
Houden deze ster gevangen
Scheiden mannen van hun vrouw
Bleeken haar en bleeken wangen,
Men lijdt honger en lijdt koû.

Duitschland werd tot etterplek
En tot vloek voor deze aarde
Een meedogenlooze gek
Bracht de wereld een benaarde
Tijd van angsten en gebrek.

Ja de duitsche waanzin houdt
Bezig heel des werelds krachten
In een strijd, die niet verflauwt
’t is alsof de helsche machten
Zelve maakten Duitschland stout.

Maar als heel de menscheid wil,
Moet tenslotte Hitler zwichten
Groote dingen zijn op til
Ja dit duister zal verlichten
En de wapens zwijgen stil.

Een keer zal het zoover zijn,
Is de: duitsche macht gebroken,
Valt het hakenkruis in puin,
Wordt het huidig kwaad gewroken
Straalt een nieuwe zonneschijn.

Transcriptie: Thilo von Debschitz