De strijd aan het Zuidelijke gedeelte van het Oostelijk front stelt thans de Duitsche weermacht voor zeer zware eischen. Het weermachtbericht van gisteren, dat men hierboven vindt, spreekt van een verbitterde worsteling, van onbegaanbare wegen, van een door en door modderig terrein en van een vijandelijke overmacht. Het vermeldt, dat de stad Cherson werd ontruimd en het wijst op de voorbeeldige standvastigheid en den ongeschokten aanvalsgeest van de Duitsche troepen. De ervaring heeft geleerd, dat dit slechts geschiedt, als van de Duitsche weermacht het zwaarste wordt geëischt. De situatie is evenwel niet zonder lichtpunten voor de Duitsche legerleiding. Het feit, dat in het gebied van Tarnopol, dat een op het oogenblik hevig omstreden bolwerk der Duitschers vormt, de Duitschers met toenemend succes den opmarsch van den tegenstander naar het Zuiden trachten te verhinderen, is voor Duitsche militaire kringen aanleiding de situatie weer iets optimistischer te beoordeelen, daar een verder opdringen van de Sovjet-Russen juist in dezen sector voor de Duitsche strijdkrachten in de Zuidelijke Oekraine een zeer gevaarlijke situatie zou kunnen doen ontstaan. Ook ten Zuidwesten van Kriwoi Rog meent men van Duitsche zijde een lichtpunt te zien, in zooverre, dat de bolsjewisten, die hier met een sterke overmacht aanvallen, er niet in geslaagd zijn bij hun opmarsch in de richting van Nikolajew door de Duitsche stellingen heen te breken. Lichtpunten ontbreken dus niet. – 15-3-44
Verdwenen is de oude luister,
Verdwenen is de oude pracht
De legerleiding vindt het duister
Want in het oosten werd het nacht
Men ziet vandaag de situatie
Wat zorgenvol en duister aan,
Het optimisme van de natie
Is haast volledig naar de maan.
Elk toeverzicht was reeds verdwenen,
Men zag de dingen donkerzwart,
Maar thans is nieuwe hoop verschenen
Voor vreugde klopt het duitsche hart.
Dat komt, omdat de legerleiding
Wat nieuwe lichtpunten ontwaart,
Dat is de goede nieuwe tijding,
Waarop half Duitschland blind zich staart.
Aan Ruslands hemel, zwart betrokken
Ontdekken zij een lichte streep
En zijn voor vreugde van de sokken,
Gelokkerd schijnt des noodlots greep!
Verlicht zijn plots hun zorg en nooden,
Misschien haalt men de zege nog,
Want er wordt nog verzet geboden
Bij Tarnopol en Kriwoi Rog.
De Russen konden niet doorbreken,
Tenminste bij de eerste keer
Is het verzet nog niet bezweken
En dat verheugt de Duitschers zeer.
Want mettertijd werd men bescheiden,
Houdt heden men waarergens stand,
Kan men hiermede reeds verblijden
Het heele duitsche vaderland.
Transcription: Thilo von Debschitz