25 december 1943
Inleiding tot de inhoud
In het eerste gedicht richt Curt Bloch zich op de crisis van de OWC. Zowel zijn lezers als hijzelf zijn niet altijd tevreden geweest met wat er in de recente edities van het Onderwater-Cabaret te lezen was. Het gebrek aan originaliteit schrijft hij toe aan het feit dat er in de wereld maar weinig nieuws en inspirerends gebeurt. Aan het front lijkt het niet goed te gaan, Goebbels herhaalt slechts oude slogans en het algemene nieuws is schaars. Zijn tijdschrift weerspiegelt de gebeurtenissen – en momenteel gebeurt er gewoon niet veel. Maar Bloch vertrouwt op zijn optimisme en het feit dat er binnenkort weer een “tijd van actie” zal komen. Men moet gewoon wat geduld hebben.
Een krantenartikel meldt een spontaan vioolconcert in een Berlijnse schuilkelder door de musicus Siegfried Borries (1912–1980). Het persbericht beweert dat het publiek vanwege de artistieke prestaties geen aandacht meer besteedde aan de hevige luchtaanvallen. Curt Bloch maakt spot van het nieuws en vraagt zich af welk stuk de beroemde violist zou hebben gespeeld: de Feuerzauber (Vuurzee van Richard Wagner), de symfonie met paukenslagen (van Joseph Haydn) of het Schlager-potpourri “Berlin wackelt” (Berlijn wankelt). Omdat mensen in deze gezelligheid de realiteit van moord en brand zouden vergeten, kijken ze zeker al uit naar het volgende schuilconcert.
De tekst van Curt Bloch’s lied Men zet uit in’t Vaticaan thans geen verwarming aan verwijst naar een kort nieuwsbericht van 13 december: Paus Pius XII (1876-1958) zou de centrale verwarming in zijn stadstaat niet hebben ingeschakeld omdat de verwarmingsinstallaties buiten de Vaticaanse muren vanwege een gebrek aan steenkool niet werden gebruikt. Het kerkelijk hoofd wilde geen uitzonderingspositie innemen. De algemene onder nul temperaturen, schrijft Bloch, kunnen echter ook worden toegeschreven aan de inmiddels afgekoelde relaties tussen Hitler en de paus. En God luistert ook niet naar de vredesgebeden uit het Vaticaan, want “Veel dingen heeft de Paus gedaan die stonden hem niet bijster aan.” Inderdaad zocht Pius toenadering tot de dictators Hitler en Mussolini, hij sprak geen kritisch woord over de Duitse invasie van Polen door de Wehrmacht, en hij veroordeelde de anti-Joodse wetten nooit. Daarom veinst Bloch medelijden dat paus Pius in de kou zit, in zijn spottende lied slechts.