2e jaargang, nr. 12

Inleiding tot de inhoud

In zijn streven naar expansie breidde het Duitse Rijk zich naar het oosten uit en na de verovering van talrijke steden en territoriale winsten werd de positie van de Russen al in de propagandakrant “Das Reich” als “schaakmat” beschouwd. Maar nu concludeert Curt Bloch: Het lied is uit … De droom waarvoor talloze Duitsers hun leven hadden gegeven, is voorbij; men moet de geannexeerde gebieden snel verlaten. Als bewijs gebruikt hij verschillende krantenberichten uit de nazi-pers die hij in zijn tijdschrift heeft geplakt. Ze berichten over evacuaties uit talrijke Russische dorpen.

Door de successen van zijn Russische troepen wordt Josef Stalin de boeman van het Derde Rijk gemaakt. Joseph Goebbels voorspelt Europa “een golf van vuil” als Duitsland door de bolsjewieken wordt verslagen. “slinksche Joodsche propaganda ” is verantwoordelijk voor het feit dat de Europese volkeren in slaap zijn gesust en hun “drang tot zelfbehoud is afgestompt”. In zijn in de vorm van een lied opgezette verzen overdrijft Curt Bloch de klachten en waarschuwingen van Goebbels tegen de boosaardige Russen. “Maar wie de Moffen kent Gelooft niet in dit verhaal.” Iedereen ziet nu duidelijk: “’t fascisme is de kwaal.”

Vroeger werden ongeschoolde arbeiders die voornamelijk op plantages, in kolenmijnen, als lastdragers of voor andere laagbetaalde fysieke arbeid werkten, “koelis” genoemd. De rekrutering van koelis gebeurde vaak onder dwang en met methoden die vergelijkbaar waren met slavenhandel. Op individueel niveau kan de term denigrerend worden begrepen. Dit is ook hoe Curt Bloch het bedoelt wanneer hij spreekt over Duitschlands koelis. Hij verwijst naar arbeidskrachten uit bezette gebieden die onder slechte omstandigheden werden gedwongen te werken in de Duitse oorlogsindustrie – “ver weg van vrouw en kind en huis”. Maar “verzet en haat, zij groeien”. Curt Bloch roept hen op: “Duitschlands koelis, toont Uw kracht!”

In zijn Onderwater-Cabaret presenteert Curt Bloch de Leugenfilm “Monte Cassino”. Hierin vertelt hij het verhaal van een belangrijke slag in de Tweede Wereldoorlog; op het moment dat hij de tekst schrijft, is het gevecht in Italië nog niet voorbij. Geallieerde troepen probeerden de strategisch belangrijke abdij van Monte Cassino van de Duitsers te veroveren. De slag duurde van januari tot mei 1944, en uiteindelijk kon het zwaar beschadigde klooster worden ingenomen door Amerikaanse en Poolse soldaten. De tegenstrijdige persberichten die Bloch als “krantenfilm” tussen zijn rijmen plakt, onthullen de propaganda van het Derde Rijk. Deze propaganda wilde de geallieerden afbeelden als vernietigende agressors en de Duitsers als onschuldige vrienden van de cultuur.