18-03-1944, 2e jaargang, nr. 12, pagina 13
18-03-1944, 2e jaargang, nr. 12, pagina 14
18-03-1944, 2e jaargang, nr. 12, pagina 15
18-03-1944, 2e jaargang, nr. 12, pagina 16
18-03-1944, 2e jaargang, nr. 12, pagina 17
18-03-1944, 2e jaargang, nr. 12, pagina 18
18-03-1944, 2e jaargang, nr. 12, pagina 19
18-03-1944, 2e jaargang, nr. 12, pagina 20

cover / inleiding inhoudsopgave

Leugenfilm “Monte Cassino”

Het O.W.C. is vereerd aan te bieden:

Leugenfilm „Monte Cassino“

Het eerbiedwekkende bouwwerk der abdij van Monte Cassino, dat zooals het weermachtsbericht meldde, door het vijandelijke luchtwapen werd aangevallen, ofschoon zich in de gebouwen en in de naaste omgeving geen Duitsche soldaat bevond, is grootendeels verwoest. De ruïïnes zijn thans in het Duitsche verdedigingsfront betrokken. In plaats van de oude, door de oprichters van de orde gestichte en later meermalen vernielde kerk, werd eveneens in de 17de eeuw een prachtige Renaissancekerk opgetrokken. Aan den bouw hiervan werd 100 jaar gewerkt. Zij gold als een der schoonste Renaissance kerken ter wereld. Een kijkje in het inwendige van deze kerk, die thans verwoest werd. – 28-2-44

Goebbels, de grote regisseur
Voor de propagandabioscoop,
Maakte onlangs een nieuwe film
Getiteld: Monte Cassino.

Hij toonde de vernietigingswoede
Van de Yankees en de Britten,
Vernietigers van elke cultuur,
Verachters van alle zeden,

Die nu zijn opgeklommen
tot de top van ongerechtigheid
En de abdij van Monte Cassino
In puin en as legden.

Het eerbiedwaardige moederhuis
Van de Benedictijnse broeders,
Het ziet er volledig verwoest uit,
Men herkent het niet meer.

En in de film van de krant toont men ons
Puinhopen, gebroken zuilen
En wie van antiquiteiten houdt,
Vindt het om te huilen.

“Dat deze puinhoop rookt,
De smaad en vlekken van de vijand
Dit klooster werd niet gebruikt
Voor strategische doeleinden.

Feit is dat zich in de oude eerwaardige abdij Monte Cassino en in de onmiddellijke nabijheid daarvan geen Duitsch soldaat, geen machinegeweer- of geschutstelling en geen Duitsche artilleriewaarnemer bevonden. Bovendien had het Duitsche commando, om ieder denkbaar gevaar van het klooster af te wenden, zelfs het grootmoedige aanbod van den abt, in het klooster zwaargewonden op te nemen en te verplegen, onder dankzegging uitdrukkelijk van de hand gewezen, om ook maar den geringsten schijn te vermijden als zou het gebouw voor Duitsche militaire doeleinden gebruikt worden. Om den vijand ook het laatste voorwendsel voor het vernielen van het cultuurmonument te ontnemen, werd het voor de toegang tot ’t klooster een Duitsche gendarmeriepost opgesteld, die opdracht had er zorg voor te dragen, dat het klooster zelfs niet zou worden betreden door afzonderlijke Duitsche soldaten, die de situatie niet kenden. – 17/2

Het zou voor ons van groot nut zijn geweest
Het als bolwerk te verkrijgen,
Maar we lieten het ongebruikt
En volkomen vredig achter.

Men tracht thans den Duitschers, die ook hier weer met achteruitstelling van hun militaire belangen blijk te hebben gegeven van hun cultureel verantwoordelijkheidsgevoel, de eigen misdaad tegen de cultuur in de schoenen te schuiven om uit een schandelijke daad nog propagandistische munt te slaan. – 17/2

Wij zijn de vrienden van cultuur
En redden monumenten
En ons enige doel was alleen
Hoe ze te behouden.

Geen enkele Duitse soldaat
Betrad de abdij,
We lieten de abt en monniken stil
In alle rust bidden.

En deze heilige kloosterplaats
Werd vernietigd door onze vijand,
Ze beweerden dat er Duitse troepen waren,
Wat niet waar is.

Ja, ze hieven een geschreeuw aan,
Er zouden wapens in het klooster liggen,
We zouden Benedictus’ abdij
In een vesting veranderd hebben.

Wat ze beweren is niet waar
Nee! Het is een brutale leugen!“
En Goebbels maakt het duidelijk aan het volk,
Begrijpelijk genoeg,

Dat Duitsland, zoals zo vaak eerder,
Hier onrecht is angedaan,
Maar deze film is fataal gevuld
Met veel geregisseerde scènes.

Acht dagen eerder, met vreugde,
Las men in de “Express”
Wat nu met verontwaardiging wordt ontkend
Voor eigen voordeel en nut.

Ook over Italie schrijft de militaire correspondent van het D.N.B. maar wat dit frontgebied aangaat kan men zijn oor ook te luisteren leggen bij de Engelschen. Een Amerikaansche luitenant die met zijn groep Cassino binnendrong heeft volgens een ander bericht in de Daily Express verteld: “Wij slaagden er des avonds laat in enkele gebouwen van Cassino te bezetten. Daarop werden wij echter onmiddellijk door vijandelijk mitrailleurvuur bestookt en moesten wij een stuk terug. Vervolgens werden onze gelederen door het vijandelijke artillerievuur getroffen en konden wij niet weg. Ik heb in de afgeloopen twee jaar bij het volgen van onze troepen vele slagvelden gezien, zoo verteld de oorlogscorrespondent van de Daily Herald in den sector van Cassino. Maar ik kan mij geen slagveld herinneren, dat den indruk van dergelijke wanhopige gevechten weergeeft als dat van Cassino. Ik zag en hoorde hoe de hel daar losbrak. De Duitsche kazematten zijn zoo handig aangelegd dat twee soldaten met een mitrailleur iederen aanvaller kunnen afslaan. Het klooster van Cassino hebben wij nog steeds niet. Men is niet in staat ook maar bij benadering op te geven hoeveel Amerikanen in de gevechten om het bezit van dit klooster gesneuveld zijn. De Duitschers strijden als bezetenen.” – 9-2-44

Engelschen stemmen over de Italiaansche tegenvaller.

Het Engelse krantencitaat
Toonde de moeilijkheden
Die de Duitse troepen hun vijand bezorgen
In Cassino.

Tevreden registreren ze
Enorme verliezen
Die een aangevallen vijand
Moest doorstaan.

Ze geven het compliment van de vijand,
Hoe ze het klooster hebben verdedigd
Met trots terug en men bekent dus
zo dat, wat men beledigd

Vandaag wil ontkennen, nu waren er nooit
Kazematten in het klooster
En kort daarvoor bekenden ze
Dat ze die wel hadden.

Ook de andere beweringen dat de abdij en het daarbij behoorende terrein gebruikt of ingericht was voor andere militaire inrichtingen machinegeweerstellingen plaatsen van waarneming voor de artillerie enz. berusten op fantasie. – 18/2

En als men deze leugen ziet,
Dan kan men goed begrijpen,
Dat dit niet ongestraft zal gebeuren,
Zo‘n vesting moet worden gesloopt.

En Goebbels zingt vol van verdriet,
Over de abt van negentig jaar,
Die – propagandatoon mineur –
Veel terreur moest ervaren.

Van twintig monniken was er een kring,
En honderdvijftig burgers,
Die hun toevlucht zochten bij de oude man,
Voor de gruwelen en onderdrukkers van de oorlog.

Want op het oogenblik van het bombardement bevond zich in het klooster alleen de bijna 90-jarige abt met zijn ongeveer 20 monniken en ongeveer 150 gevluchte Italiaansche burgers. – 17/2

Maar de volgende dag al waren
Van die twintig broeders,
In krantenkolommen, honderd dood,
Daar valt niets op te zeggen.

100 Benedictijners gedood.
Onder de puinen der door de Anglo-Amerikanen vernielde abdij van Monte Cassino werden tot dusver ongeveer 100 gedoode Benedictijner monniken gevonden, zoo meldt de omroep van Rome. – 18/2

En in de krant groeide en zwol
Het aantal van hen die zijn gevlucht aan,
Ja, het zijn er al een paar duizend
Volgens de berichten.

De monniken en de eenige duizenden koppen tellende menigte vluchtelingen geloofden niet aan een aanval daar zich in het klooster geen enkele Duitsche soldaat bevond.

Ze stellen voortdurend bij
De propagandaschroeven,
En liegen hier en daar en overal,
En sommige mensen geloven.

In het onbesmette schild van Duitsland,
In de eer van Duitslands wapens,
Ze zijn overtuigd en zo vervuld
Van Goebbels‘ leugenachtige leer,

Dat het in hun hoofden nooit
En nooit zal dagen,
De waanzinnige fantasie
Moet uit hun hersenen worden gehamerd.

Post-editing: Sylvia Stawski, Ernst Sittig