5 augustus 1944
Inleiding tot de inhoud
De slechte bevoorrading als gevolg van de oorlog treft Curt Bloch ook door de opgelegde Krantenbezuiniging. Hij klaagt erover dat Nederlandse kranten zoals het Twentsch Nieuwsblad met een kwart zijn ingekrompen. Nationaalsocialistische media zoals Volk en Vaderland leken daarentegen nog steeds “ weldoorvoede krant”. Bloch troost zich met het idee dat zelfs anderhalf vuldige omvang van deze kranten de bezetters niets zou opleveren en “er is geen zalf op Nêêrland te verstrijken”.
Op de titelafbeelding van deze OWC-editie is de top van het ere-monument voor de Feldherrnhalle afgebeeld. Daar, “aan de Graal van het hakenkruis”, eerde de NSDAP (Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij) haar gevallen leden. Het monument draagt de inscriptie “En jullie hebben toch gewonnen!”. In het gelijknamige gedicht antwoordt Curt Bloch dat de nazi’s gewoon slechte verliezers zijn en zichzelf nog steeds als winnaars vieren “als jullie onderworpen zijn”.
Het gedicht Kun je nog zingen, zing dan mee! verwijst naar een toespraak van Maarten van Nierop, lid van de NSB en hoofdredacteur van het Twentsch Nieuwsblad, na de mislukte bomaanslag op Adolf Hitler van 20 juli. Nierop – in Blochs teksten standvastig “Driekruis” genoemd vanwege zijn bijdragen ondertekend met “XXX” – roept op tot dankgebeden aan God voor de redding van de “Führer”; in tegenstelling tot de nationaalsocialisten zouden kerkelijke vertegenwoordigers echter niet willen meezingen in het loflied. Bloch weet: “Allen wachten af en zwijgen.” Pas als Hitler verslagen is, zal er in het hele land gejuicht worden.
Gewoonlijk werd lupinemeel gebruikt als diervoeder, nu wordt het gebruikt als vervanger voor kippeneieren. “De lupine maakt carrière,” spot Curt Bloch. Lupineneieren zijn slechts een van de vele vervangingsmiddelen waarmee men in Duitsland wordt geconfronteerd als gevolg van de noodsituatie veroorzaakt door Hitler. Maar juist dit voorbeeld maakt duidelijk: men heeft het Duitse volk “gedegradeerd tot vee”.
Uit het feit dat er momenteel aan alle fronten wordt gevochten, trekt Bloch een blijde vooruitzicht voor zichzelf en zijn werk als OWC-uitgever: de vrijheid wordt geboren, de oorlog is bijna gewonnen, de OWC treedt nu zijn laatste fase in, binnenkort kan hij beginnen met het “vredes-cabaret“.