22 januari 1944
Inleiding tot de inhoud
Het gedicht “Het schijnt zoo onbelangrijk” werd genoemd naar een gelijknamige radiouitzending uit de serie “Brandende Kwesties” van omroep Hilversum 1. Bloch beschuldigt de Duitsers ervan met volledige onverschilligheid te reageren op de vele doden, de verwoeste gebieden en zelfs het slechte nieuws uit Frankrijk en Rusland. Of met optimisme en leugens waar niemand meer in gelooft.
In het stuk Oude Kranten gaat Curt Bloch een dialoog aan tussen zijn rijmen en elf krantenknipsels. Hij bekijkt oude persberichten en constateert dat precies is gebeurd wat naar verluidt nooit zou gebeuren – en vice versa. Ondanks de eindeloze leugens wil Bloch niet opgeven: we “gebruiken ons verstand en zoeken naar de waarheid.” In oude kranten vond hij die waarschijnlijk eerder tussen dan in de regels.
Het onderwerp voor het gedicht De drie Monniken is een krantenartikel over het verbod van de katholieke kerk om politieke vluchtelingen onderdak te bieden in kloosters. Bloch fantaseert genoeglijk over hoe “de drie nazigoden” Hitler, Göring en Goebbels zich als monniken in een klooster willen verbergen. Bleek van angst smeken ze om politiek asiel, een van hen droomt zelfs van een “baan als abt”. Maar vanwege het pauselijke verbod vinden ze geen bescherming binnen kerkelijke muren.