21 oktober 1944
Inleiding tot de inhoud
In het gedicht Wintertijd wendt Curt Bloch zich tot Dwight D. Eisenhower, (1890-1969), de opperbevelhebber van de geallieerde strijdkrachten in Europa. Nadat de Fransen en Belgen al bevrijd waren, voelden de Nederlanders zich verwaarloosd. De onderdrukking door de Duitsers was “haast niet meer te dragen” geworden, daarom eist Bloch: “Kom met man en pantserwagen”.
Curt Bloch verbaast zich over de Duitse jeugd van vandaag: Volgens een krantenbericht meldde Reichsjugendführer Artur Axmann (1913-1996) dat een groot percentage van de geboortejaar 1928 zich had aangemeld voor dienst in de wapens voor Adolf Hitler. Bloch voorspelt de tieners een zekere dood. Daarna zouden ze nog jongere kinderen rekruteren als soldaten.
Op de publicatiedatum van deze OWC-editie bevindt Japan zich in een moeilijke positie: de geallieerden hebben al belangrijke gebieden in de Stille Oceaan veroverd. Dit omvat ook de Mariana-eilanden; ze stellen hen in staat strategische aanvallen op het Japanse moederland uit te voeren – wat het vooruitzicht van een nederlaag van Japan versterkt. Curt Bloch kent daarom de stemming van keizer Hirohito: “De Tenno is zeer slecht gebuid!”
Voor het gedicht “Hoe meer, hoe beter!” liet Curt Bloch zich inspireren door een kort bericht uit de nationaalsocialistische pers. Hierin staat dat de hevige bombardementen op Duitse steden het gevolg zijn van de grote woede van de Britten over de “nederlaag bij Arnhem”. Het lijkt op wraak voor de triomf van de Wehrmacht. Bloch doorziet de poging om de huidige crisis nog steeds te willen rechtvaardigen voor het Derde Rijk. Als Duitsland nu “plat als een pannenkoek” wordt gemaakt, bespot hij, bewijst dat alleen maar de omvang van het Duitse succes. Persoonlijk bewondert hij de vliegtuigen van de Royal Air Force, die hij in honderdtallen aan de hemel ziet vliegen.
De Nederlandse nationaalsocialisten rond hun leider Anton Mussert (1894-1946) presenteren zichzelf als de onschuldslammeren. Ze voelen zich onterecht gehaat door de volksziel en klagen dat de aversie tegen hen wordt aangewakkerd door opruiende radioprogramma’s uit Londen. Bloch spreekt dit tegen. Men heeft geen buitenlandse informatie nodig over de misdaden van de NSB’ers in Nederland. Wat er “Want wat zoo straks met hun geschiedt, is slechts de loon voor wat zij deden.” – Na de oorlog werd Mussert in een proces wegens hoogverraad ter dood veroordeeld en geëxecuteerd.
Omdat er naar zijn mening in het Westen geen noemenswaardige ontwikkelingen zijn, richt Curt Bloch zich in de nieuwe Hongaarse Rapsodie tot het Oostfront. Hij is tevreden met de voortgang van het Rode Leger en voorspelt dat het zwaar getroffen Hongarije zich binnenkort van Duitsland zal losmaken. Inderdaad verklaarde het land drie maanden na de publicatiedatum van dit gedicht officieel de oorlog aan het Duitse Rijk en trad toe tot de geallieerden.