De gevallen van kannibalisme, die vroeger slechts sporadisch voorkwamen, zijn den laatsten tijd onder de afgesneden afdeelingen zoozeer toegenomen, dat gevangenen reeds spreken van een epidemisch kannibalisme. Hier houdt elke vergelijking met Europa op, hier openbaart zich het duivelsche wezen van het bolsjewisme in al zijn naaktheden. – NRC. 7/4 1942
Met afschuw wendt zich iedereen
Af van Stalins practijken
Een schrik doortrilt ons merg en been,
Stalin gaat over lijken.
Jawel, dan kan men beter zijn
Voorkeur aan Adolf geven,
Die deed totnogtoe niemand pijn
En die laat allen leven,
Die brengt op hooger zedelijk peil
De volken en de landen
En hij is reuze goed, terwijl
Door Stalins roofdiertanden
Het eigen volk verslonden wordt,
Hebt U nog niet geweten,
Dat men in Rusland binnenkort
Elkander op gaat vreten?
Vroeger kwam dat vrij zelden voor
Maar heden alle dagen,
Het is een griezelig gehoor
En beestachtig volslagen.
In Rusland, daar wordt niet bemind,
Hun stelling is een ander
Op school leer men daar reeds als kind,
“Menschen verslindt elkander”.
Voor Duitschland is’t een heel gemak,
Het bolsjewiekenzootje,
Maakt zelf zich af, meenig kozak
Ging zoo al naar z’n grootje.
Hun heele leger is besmet,
Door het kannibalisme,
Men vreet elkaar, dat is de wet
Van Stalins bolsjewisme
Men vreet elkaar van vroeg tot laat
Van kopt tot en met teenen
En menig dappere soldaat
Is spoorloos zoo verdwenen.
Het is een kwestie slechts van tijd
Maar men mag vast verwachten
Dat overboodig wordt de strijd,
Dat Stalins legerkrachten
Geheel verdwenen zullen zijn
En door zich zelf verslonden
En dat de droom van Stalins brein
Zijn einde heeft gevonden.
Dan zal de laatste Bolsjewiek
Het zaakje overgeven,
Gevreten is de heele zwik,
Waar moet hij nu van leven?
Men had het zich zoo mooi gedacht,
Het is niet uitgekomen
En heel de wereld spot en lacht
Over de Nazidroomen.
Het voedsel van Stalins soldaat
Schijnt nogal uiterst krachtig,
Ziet men, hoe gauw hij voorwaarts gaat
Wij allen vinden ’t prachtig.
Het Roode “Hongeroffensief”
Duurt heden haast zeven maanden
En voor de moffen is ’t een grief
En erger dan zij waanden
Vriend Stalin ziet de duitsche vlucht
En glimlacht infernalisch,
De moffen-kannibalenklucht
Verheugt hem – kannibalisch.
Transcriptie: Thilo von Debschitz