31-12-1944, 2e jaargang, nr. 61, pagina 2
31-12-1944, 2e jaargang, nr. 61, pagina 3

cover / inleiding

Afscheid

Uitgespuugd door de aarde
En verstoten en verloren
Altijd gedoemd om verder te trekken
Men lijkt tot zwerven geboren te zijn

Zonder vaste schuilplaats,
Altijd verdreven en verjaagd,
Dan hier en dan weer daar,
En geen enkele vaste plek is ons gebleven.

En dus moet Ahasverus opnieuw
Zijn bundel pakken
En ik vraag: Waarheen zal het lot jou,
Waarheen zal het lot mij brengen?

Opent men de deur voor ons,
Bereid ons asiel te geven,
Want we willen blijven leven,
Zelfs als we niet weten waarom

Is dit leven echt de moeite waard
En zo‘n wonderbaarlijk iets,
Dat we ons de moeite getroosten
terwijl we gebukt gaan onder zulke zorgen?

Laat het lopen zoals het loopt,
Laat maar komen wat er komt,
Laat het rollen zoals het rolt,
Gelukkig is degene die begrijpt,

Dat aan het einde van deze tijd,
Dat aan het einde van deze zorgen,
Ooit een nieuwe ochtend aanbreekt,
Zonder pijn en zonder leed.

Hopend op een goed gesternte,
Laten we uit elkaar gaan,
Hopend dat niet al te ver weg
Een vrolijk weerzien wenkt.

Post-editing: Eleonore A. Speckens