19-02-1944, 2e jaargang, nr. 8, pagina 13
19-02-1944, 2e jaargang, nr. 8, pagina 14
19-02-1944, 2e jaargang, nr. 8, pagina 15
19-02-1944, 2e jaargang, nr. 8, pagina 16

cover / inleiding inhoudsopgave

Het gedementeerde dementi

Mededeelingen van Molotof
Wat hij vergat te zeggen.
Molotof, de Russische volkscommissaris voor buitenlandsche zaken, heeft aan de in de Sovjet-Unie geaccrediteerde diplomaten een ambtelijke mededeeling verstrekt, waarin wordt bekend gemaakt, dat de Duitsche soldaten in den opmarsch in Rusland zich schuldig hebben gemaakt aan gruweldaden en onmenschelijkheden en alles achter zich hebben vernield en verwoest. Waar het den bolsjewisten gelukte eenig terrein te winnen troffen zij verwoeste landstreken aan, hetgeen Molotof op rekening schuift van de Duitsche troepen. Naar van goedingelichte zijde wordt meegedeeld, toont de ervaring in alle veldtochten van deze oorlog, dat de Duitsche groepen de bevolking, hun huizen en gedenkteekenen ontzien en sparen. Deze en dergelijke voorvallen bewijzen duidelijk hoe het bolsjewisme, dat zich ondanks zijn duister verleden in een schoonen schijn tracht te hullen en zijn wandaden op anderen af te schuiven, er in praktijk uitziet. – 13/1 42

De ontruiming van de stad geschiedde gedurende de nacht en de Duitschers trokken terug op stellingen die even ten Westen van de stad zijn gelegen. Reeds vier weken geleden werden deze aangelegd en alles wat in Orel dienstbaar zou kunnen zijn aan den vijand werd tevoren grondig vernield. Dit zich losmaken van den vijand wordt in Berlijnsche militaire kringen bestempeld als het “terugtrekken van de punt van den neus” aan dit deel van het front en de bezetting van Orel moet den Sovjets wel een bittere teleurstelling hebben bezorgd: zij “veroverden” slechts een stuk verschroeide aarde. Een stuk verschroeide aarde echter, dat den bolsjewisten massale offers en enorme inspanning heeft gekost en hun aanvalskracht heeft ondermijnd. Het D.N.B. wijst er overigens op dat de werkelijke beteekenis van Orel uiterst gering is: de grootste fabriek der stad is een wagen- en sledefabriek, die slechts 130 arbeiders heeft. Zware industrie bezit de stad in het geheel niet. Wat aanwezig was is grondig vernield, geen enkel vast gebouw is gespaard en de bevolking is naar het westen vertrokken. De bolsjewisten hebben dus een stad veroverd, die er … niet meer is. En zulk een winst werd betaald met een verlies aan pantserwagens sedert 5 Juli van 3538 stuks. – 8/8 43

Orel werd door de Duitsche legerleiding ontruimd toen het zijn dienst als steunpunt aan het Oostfront had gedaan. De Sovjets vonden slechts een ruïne. Met Belgorod was hetzelfde het geval. – 24/8 43

Wij slikken niet zonder verzet
De tegenstrijdigheden,
Het Onderwater-Cabaret
Gaat ze precies ontleden

Zoo deden wij al menig fout
Van ’t DNB opknappen
Wij zijn al best ermee vertrouwd
Leugenaars te betrappen.

Nauwkeurig worden onderzocht
De DNB verslagen
En Göbbels leugenwangedrocht
Wordt hier niet stil gedragen.

Hetgeen het DNB vermeldt
Gaan wij streng controleeren
Dan worden aan de kaak gesteld
De leugen dezer Heeren.

Het is ontzettend amusant
Hoe zich de Heeren draaien,
Zij gaan van die naar gene kant,
Om het publiek te paaien.

Vertellen zwendel en bedrog,
Voldoende, ruimschoots, plenty
En af en toe lanceert men nog
Daarachter een dementi

Hier heb ik een speciaal geval
Waar éérst men dementeerde
En later met triomf geschal
Het tegendeel beweerde.

Toen ’42 Molotof
Van wreedheid hun betichtte.
En hoe vernielzuchtig de Mof
Laaiende branden stichtte,

Hoe Hitlers leger overal
Gruwel op gruwel hoopen,
Riep Göbbels: Molotof is mal
Die Leugens te verkoopen.

Het is toch zeker welbekend,
Dat wij de menschen sparen
En iedereen weet pertinent,
Dat wij hun huis bewaren.

Wij zijn niet wreed, wij zijn humaan
En branden gaan we blusschen
Wij sparen vee en sparen graan,
Dat weten alle Russen.

Men dementeerde en – vergat
Zeventien maanden later
Ontruimden zij zoo menig stad,
De propagandakater

Miauwt thans een heel ander lied
Voor duitsche Nazi zielen.
Een stad ontruimd? Het deert ons niet,
Omdat wij haar-vernielen.

Voordat wij steden geven prijs,
Verklaart Herr Göbbels schrander,
Vernielen grondig wij elk huis,
Geen steen blijft op den ander.

Vriend Göbbels ontkent vehement
Vernietiging van steden,
Maar wat hij gisteren heeft ontkend,
Wordt heden trotsch beleden.

Zij liegen hier en liegen daar
In bochten en in knoopen,
Nu is het leugen, straks is ’t waar,
Maar eens is ’t afgeloopen.

Transcriptie: Thilo von Debschitz