De duitsche stemming is mineur,
Voortdurend nederlagen
Gaat op den langen duur niet meer
En kan men niet verdragen
Geen overwinning, geen succes
Zoals in vroegre tijden,
De Koningstijgers, de SS,
De bliksemjagers lijden
Menig geduchte nederlaag
En moeten steeds maar wijken,
Terug, terug moet men gestaag,
De grens deed men bereiken,
De oorlog woedt op duitsch gebied
Bij Aken en Saarbrücken,
Dat doet de moffen veel verdriet,
Het wil maar steeds niet lukken,
Het kerstfeest nadert, maar er is
Op aarde nog geen vrede,
In Duitschland voelt men zich niet knus,
Want Adolf houdt geen rede.
En men had hem wat graag gehoord,
Want men zou gaarne weten:
Leeft Adolf nog, is ie vermoord
En uit elkaar gereten
Door de bewuste aanslagbom
Op gene dag in Juli,
Men weet: Sindsdien bleef Adolf stom,
Waarom blijft toch zoo stil – ie?
De duitsche kerstmis denneboom
Was bijna kaal gebleven,
Dus zocht men naar een nieuwe droom,
Waardoor het duitsche leven
Een beetje opgevroolijkt wordt
In deze winterdagen,
Want Duitschland komt goed nieuws te kort
En is terneer geslagen.
Er wordt gedrukt, er wordt geperst,
Duitschland is niet verloren
Neen, het kreeg zelfs nog met de kerst
Een offensief beschoren.
Ja, men fabriekt een offensief
Met bommen en raketten
En iedereen zegt: Asjeblief,
Wie kan zich daar verzetten.
Dat had geen mensch van ons verwacht,
Dat wij zooiets nog konden,
Voor Eisenhower werd het nacht
En Churchill beeft in Londen.
In Luxemburg en ook bij Luik,
Daar zijn wij doorgebroken,
En alle Moffen vinden ’t puik,
Tenslotte wordt gebroken,
De groote doorbraak bij Avranche(s),
Na menig harde dobber
Wint Duitschland eindelijk een Manche
En wint zoostraks de Robber.
En alle moffen kregen hoop
En roken nieuwe kansen
De vijanden zijn op de loop,
Een reden om te dansen
Heel binnenkort valt wel Parijs
Kan men vandaag al hooren
Straks waait de vlag met hakenkruis
Weer van de Eiffeltoren
Dat is beslist niet voor de poes,
Ons leger zal er komen.
Berlijn verkeert in vreugderoes
En overwinningsdroomen …
De vreugde duurt niet bijster lang,
Iets later is gebleken,
Het was slechts propagandazang,
De kansen zijn verkeken.
Het winteroffensief stagneert
En is reeds vastgeloopen,
Het loopt verkeerd, het loopt verkeerd,
Er valt niets meer te hopen.
Men heeft zijn laatste kracht verkwist
Om Duitschland optekikkern,
Het volk is reeds weer pessimist
Na even opteflikkern
Zit Duitschland nu weer in de put
En is niet meer te troosten,
Het kerstcadeau redt Duitschland niet,
In ’t Westen en in ‘t Oosten
Zal binnenkort de laatste strijd
Van deze krijg ontbranden
Dan roeit men het fascisme uit
Met handen en met tanden.
Bij menig mof zijn rouw en grief
En angst en vrees gerezen,
Hij voelt, dit winteroffensief
Zal wel hun laatste wezen.
Transcriptie: Thilo von Debschitz