17-06-1944, 2e jaargang, nr. 25, pagina 2
17-06-1944, 2e jaargang, nr. 25, pagina 3
17-06-1944, 2e jaargang, nr. 25, pagina 4

cover / inleiding

NSBer-Godsdienst

Voorzichtig, zakelijk en in sobere bewoordingen geeft het Duitsche weermachtsbericht het dagelijksch oorlogsgebeuren weer. Het is niet op effectbejag of op het bevredigen van sensatiezucht afgestemd, wie echter den werkelijken stand van zaken aan de fronten wil kennen, houdt zich veilig aan de mededeelinge van het Oberkommando. Zoo was het tijdens den strijd in Polen, Noorwegen, het Westen en den Balkan, doch evenzeer tijdens de gebeurtenissen in Tunis, Zuid-Italië en Stalingrad. Wie één leugen uit een Duitsch weermachtsberichts kan noemen, noeme dien! Met recht sprak de Führer van een “Bericht der Wahrheit”. En als de bevolking inderdaad geen vertrouwen had in het weermachtsbericht, zouden om een voorbeeld te noemen, niet vrijwel alle voorbijgangers des middags stilstaan of van hun fiets stappen om het bulletin aan de voorgevel van ons redactiebureau te lezen! – 30-3-44

Twee andere belangrijke feiten kunnen nog aan de weermachtberichten worden ontleend, n.l. dat de operaties op de Krim, die in November 1943 begonnen, thans definitief geeindigd zijn… De passage over de Krim is van groote beteekenis, omdat zij het bewijs levert, dat de Duitsche legerleiding er in geslaagd is, ondanks alle bolsjewistische pogingen om dit te verhinderen, alle Duitsche en Roemeensche troepen te evacueeren. Wederom is aldus een roode poging om een groote omsingelingsslag te slaan op een mislukking uitgeloopen. Ook werden groote deelen van de bevolking, die zich niet de bolsjewistische terreur wilden blootstellen, mede genomen. Ook de Duitsch-Roemeensche achterhoede werd op 11 Mei ingescheept. – 15/5 44

Wat voor een droomkasteel ie
Voorgoochelt, ’t is OKé,
Het is een evangelie
Voor heel de NSB.

Zij hopen en gelooven
In ’tgeen Hitler vertelt
Voor hun gaat er niets boven,
Zij staan ervan versteld,

Wil men hun lijn niet volgen.
En is men twijfelaar,
Dan zijn zij erg verbolgen:
Wat Hitler zegt, is waar.

En men gelooft in Göring,
In Mussert en in Seyss
En iedere beweering
Slikken zij als bewijs.

Hetgeen beveelt de leider
Is goddelijk gebod
Mussert is hun bevrijder
En Hitler is hun god.

Het kringhuis is hun tempel
En is hun heiligdom,
Zij voelen zich waarempel
Als wijzen en zijn – stom.

Zij lijken geesteszieken
En leeren uit geen les
En nederlagen slikken
Zij nog als een succes

De NSBer bijbel
Is “volk en Vaderland”,
Verraad en nood en heibel
Brachten zij over ’t land

Op hun baseert een vooze,
Gemeene dwingelandij,
Wij vindent uit den booze,
Zij varen wel daarbij

Wij echter weten allen:
Eens valt de NSB.
En als hun goden vallen,
Dan gaan zij allen mee.

Transcriptie: Thilo von Debschitz