6 november 1943
Inleiding tot de inhoud
Als je wereldbeeld uitsluitend gebaseerd is op hoop, wordt in Duitsland vaak het spreekwoord gebruikt van “wensen als vader van gedachten.” Deze uitdrukking past Curt Bloch toe op de Reichspropagandaleiter; die de realiteit verdraait, noemt hij Goebbels, vader der berichten. In de artikelen van het door hem gecontroleerde Deutsche Nachrichtenbüro (DNB) worden vijandelijke verliezen gepresenteerd in “astronomische getallen” en worden zware nederlagen niet erkend.
Curt Bloch doet Joseph Goebbels, den “doctor van’t veel beloven”, in het tweede gedicht een voorstel: sinds aan zijn gezwets niemand meer zou geloven, maar ertegen “vriend Winston Churchill is aardig op weg zijn beloften spoedig (?!) waar te maken”, hij moge als het best “het werk gauw staken”.
Goebbels komt ook aan bod in de derde tekst met de titel De leugens van de onheilige Joseph, die in zes secties is onderverdeeld. Curt Bloch schetst daarin de biografie van de nazi-politicus. Hij heeft altijd gelogen, zijn mond en de waarheid zijn “twee tegenpolen.” De leugens van Joseph Goebbels veranderden altijd, “afhankelijk van het doel en de noodzaak”. En dus strekt Blochs uitgebreide beschrijving zich uit van Goebbels’ agitaties tegen de Weimarrepubliek tot de doorzettingsvermogen-uitingen in het gezicht van de Duitse nederlaag. “Wanneer,” vraagt Curt Bloch aan het einde van het gedicht, “zal het volk eindelijk deze aartsleugenaar naar de duivel jagen?“