1e jaargang, nr. 6

Inleiding tot de inhoud

In het gedicht Het Mussoleum beschrijft Curt Bloch hoe Franklin Roosevelt en Winston Churchill zich ergeren aan de bevrijding van Benito Mussolini uit Italiaanse gevangenschap. Ze hadden hem graag als trofee gevangengenomen en in een speciaal gebouwde kooi publiekelijk tentoongesteld – in een “Mussoleum”. Nu moet men deze attractie nog uitstellen.

Curt Bloch beschouwt de Duitse aard als ongeneeslijk want net zoals in de Eerste Wereldoorlog is men in Duitsland trots om voor het vaderland te vechten en te sterven. Hij verwijst in dit verband naar de overlijdensadvertentie van een trotse moeder die na haar echtgenoot nu ook haar zoon in de strijd heeft verloren. Curt Bloch beschouwt het als een gevaar dat men zich keer op keer laat misleiden door oorlogsrazernij. Dit moet worden gecontroleerd, “anders ontstaan steeds nieuwe branden.”

Met vreugde beschrijft Bloch de Frontverkorting in Duitsland door de meedogenloze opmars van Russische troepen in het oosten. De haken kruistochtfantasie is in rook vervlogen. Tegelijkertijd wacht Josef Stalin op de steun van de geallieerden in het westen. Maar “Al doet ook Engeland niet teveel,” zal Adolf Hitler “de genadeslag van Stalin in het Oosten” ontvangen.

De volhardende leuzen van Joseph Goebbels in het licht van complete hopeloosheid – in de ogen van Curt Bloch vormen deze één grote zeepbel die op een dag met een knal zal barsten. De Rijkspropagandaminister zou wanhopig proberen vertrouwen te wekken onder het Duitse volk. Maar na verloop van tijd zouden sommige illusies worden vernietigd.

Eenvoudige vragen van een ondergedoken kind aan zijn moeder vatten de zinloosheid en onrechtvaardigheid van de Jodenvervolging samen in het gedicht Een kleine verstoppeling vraagt. Hoezoo mag ik niet buiten spelen? Waarom heeft men geroofd ons huis? Hoezoo beveelt men, ons te haten? Deze en andere vragen blijven onbeantwoord in de tekst. Het eindigt echter met de hoop dat men de dag van de vrijheid zal meemaken. [Deze tekst kan hier in het oorspronkelijke Nederlands worden beluisterd, voorgelezen door Ruth Bloch, de 98-jarige weduwe van Curt Bloch. Ze heeft het in november 2023 voorgelezen in haar appartement in New York.]

U bekijkt momenteel inhoud van een plaatshouder van Vimeo. Klik op de knop hieronder om de volledige inhoud te bekijken. Houd er rekening mee dat u op deze manier gegevens deelt met providers van derden.

Meer informatie

Als reactie op een toespraak van Max Blokzijl op 1 juli 1943 met de titel Het volk heeft hen in de gaten klaagt Curt Bloch de Nederlandse nationaal-socialisten uitgebreid aan in een gelijknamige toespraak. Ze hebben hun eigen volk geplunderd en zich schuldig gemaakt aan moord en misdaad “zonder maten”. De NSB is een partij van onverlaten die zich aan de Duitsers hebben verkocht. Maar men zal hen straks de macht uit handen nemen en “het vuil verbranden.”