Na den dood van Reinhard Heydrich. – Een telegrafisch overgebrachte foto van de aankomst van het stoffelijk overschot te Berlijn. – 12-6-42. H.A.H.
Ik heb vandaag een foto gezien
Van haast twee jaar geleden
De lijkstoet van Heydrich in Berlin
Daar was het toen anders dan heden
Men ziet daar met uitgestoken hand
Het volk den stoet aanschouwen,
Men ziet geen puinhoop en geen brand,
Men ziet er slechts gave gebouwen.
Men ziet een onbeschadigd Berlijn
Nog heel en ongetroffen
Vandaag zal ’t zeker wat anders zijn
Zij lieten daar heel wat ontploffen.
Wel menigeen die z’n hand opstak
En huilde met de wolven,
Die heeft vandaag aan de Nazis lak,
En ligt onder’ een puinhoop bedolven.
Van hun, die leven is menigeen
Tot inkeer nu gekomen
Want duidelijk blijkt nu, er komt geen
Verwezenlijking van hun droomen.
Vriend Heydrich heeft toen zeker een pracht
Begrafenis gekregen
Dat ging toenmaals nog met man en macht,
Vandaag viel het zeker wel tegen.
Indien Herr Himmler thans overleed
Zou ik het prachtig vinden
Want ik behoor, zoals men weet,
Wis en zeker niet tot zijn vrinden.
Vandaag kwam zijn kist nog op ’t affuit,
En werd met eer begraven
Wat minder mooi dan toen zag het uit,
Want toen kraaiden nog niet de raven
Het lied van nabije ondergang
Van Duitschlands nazizuilen,
Toen hoorde men overwinningszang
Vandaag hoort men niets meer dan huilen.
De lijkstoet van Himmler ging vandaag
Wel door verwoeste straten
Veel dunner was ook de menschenhaag,
Die zijn uitvaart hielt in de gaten.
En toch is wel de tijd zeer begrensd
Voor Himmler en zijn naasten,
Want als men nog zulk een lijkstoet wenscht,
Dan moet men zich eenigszins haasten.
Transcriptie: Thilo von Debschitz