Rijksmaarschalk Goering heeft de volgende toespraak tot de Luchtmacht gericht:
Kameraden der Luchtmacht. Een ongelooflijk gemeene moordaanslag is vandaag door een kolonel graaf von Stauffenberg. in opdracht van een erbarmelijke kliek voormalige generaals, die wegens hun even laffe als slechte leiding weggejaagd moesten worden, op onzen Führer gepleegd. De Führer is door de Almachtige Voorzienigheid als door een wonder gered. – 21-7-44
Die generaals van jullie lijken
Aan ongeloof nog te bezwijken,
Geloven niet dat u ‘t laatst lacht,
Geloven niet nog in een wending,
Geloven niet in Hitlers zending
En ook niet in zijn wonderkracht.
Voor hen is Duitslands nederlaag
Allang een uitgemaakte zaak,
Dus verder vechten heeft geen nut.
Men kan nog wel een weekje frullen,
Toch kan men het niet meer verhullen,
Nee, klaar is klaar en uit is uit.
Geen enkel slachtoffer zal baten
Maar toch spreekt Adolf nog verwaten:
De Duitse winst, die komt geheid,
Volkomen zeker is de zege
Ondanks de noden en problemen,
En verder gaat de waanzinsstrijd.
Valt jullie hoop op winst in duigen
Of zal men toch voor Adolf juichen?
Ik vraag me af, wie heeft gelijk?
Moet men de generaals vertrouwen,
Moet men op Adolf Hitler bouwen,
Wie valt u af, wie staat u bij?
De generaals, die zijn ervaren
En militair al vele jaren
Geroutineerd, goed opgeleid
En Adolf is een slechte schilder,
Als spreker is ‘ie nog misdeelder
Die u geleid heeft naar de strijd.
Hij doet wel stoer en echt gigantisch
Maar leidt intussen dilettantisch
Het Derde Rijk als principaal.
Uiteindelijk dient men toe te geven:
De vakman zal het toch wel weten
En vakman is – de generaal.
Vertaling: David Pieters