19 februari 1944
Inleiding tot de inhoud
In zijn gedicht Verandering geeft Curt Bloch een comentaar over persberichten omtrent de luchtaanvallen op Berlijn. In het eerste bericht uit 1941 werd beweerd dat de aanvallen “volkomen gefaald” waren, maar vier recente berichten wijzen op verwoestende bomschade. Bloch stelt zich voor dat het voor de correspondent destijds in Berlijn nog “Viel ’t… reusachtig mee” was, maar nu behoort hij zelf tot degenen die gebombardeerd zijn, want de Royal Air Force komt bijna dagelijks langs en werkt “trouw en nauwgezet”. Hij is er zeker van dat “Mofrika” – zoals de bezette Nederlanders Duitsland noemen – naar de hel gaat en de Moffen snel zullen worden verdreven.
De inspiratie van Curt Bloch voor de tekst van het lied Churchill is een dronkelap was een persbericht waarin de Duitse overwinning als zeker werd verklaard en de leiders van de geallieerden verguisd werden. Bloch maakt daar een spottende refrein van: “Churchill is een dronkaard, Roosevelt is gek, Josef Stalin is sadistisch, maar Hitler is onberispelijk.” Hoewel niet de geallieerden, maar de Duitsers voor iedereen duidelijk “een flinke tik op hun neus” kregen, maakt het hen niets uit – maar ook zingend zullen ze ten onder gaan.
In zijn lange gedicht Vrouwelijke zelfvoorziening ontmaskert Curt Bloch de tegenstelling tussen het nationaalsocialistische beeld van vrouwen en hun werkelijkheid in oorlogstijden. Nadat de vrouwen aanvankelijk uit het openbare leven waren verwijderd en naar de keuken waren verbannen, moesten ze nu invallen voor de afwezige mannen. Een ingeplakte krantenknipsel introduceert “de zwarte Erika”, de vrouw van een schoorsteenveger die aan het front vocht. Voor Bloch is het duidelijk dat de nieuwe onafhankelijkheid van vrouwen slechts tijdelijk wordt geduld en alleen zolang ze “autarkisch kinderen kunnen produceren”.
In het gedementeerde dementi analyseert Curt Bloch de tegenstrijdigheden tussen persberichten over het gedrag van de Duitsers aan het Oostfront. Toen de Russische minister van Buitenlandse Zaken Vyacheslav Mikhailovich Molotov (1890–1986) de Wehrmacht beschuldigde van vernielzucht en gruweldaden, werden de beschuldigingen krachtig ontkend. Een anderhalf jaar later pochten de Duitsers er echter over dat ze de Sovjets alleen maar verbrande aarde hadden nagelaten. “De propagandakater miauwt thans een heel ander lied”, bespot Bloch, “nu is het een leugen, straks is’t waar, maar eens is’t afgelopen”.