Speciale editie, juli 1944

Inleiding tot de inhoud

Dit OWC-magazine kan worden toegewezen aan de maand van publicatie, maar niet aan de dag van publicatie. [18 juli 1944 is daarom een vastgestelde datum om het tijdschrift in het overzicht op te nemen.] Het is gemarkeerd als een “speciale editie” en is met 40 pagina’s veruit het meest uitgebreide werk. Een andere bijzonderheid is de inhoud: Bloch bundelt gedichten die in vrijwel ongewijzigde vorm ofwel al in eerdere edities verschenen zijn of opnieuw gepubliceerd worden in tijdschriften van de zomer van 1944. Het is in zekere zin een “best of.”

Het bedankje voor geïllustreerde bladen (zie nr. 35, 9 augustus 1944) gaat uit naar de supporters van Bloch, die hem regelmatig voorzien van tijdschriften. Mogelijk was de speciale OWC-editie specifiek gemaakt voor deze personen.

De verkurkte geschiedenis (zie nr. 39, 23 augustus 1944) werd geïnspireerd door een advertentie van een champagnebedrijf dat klaagt over het tekort aan kurken in Duitsland. Zonder champagne kun je niet toosten op de overwinning, merkt Bloch op.

Met een Kleine Repliek aan XXX richt Curt Bloch zich tot Martin van Nierop, NSB-lid en hoofdredacteur van het Twentsch Nieuwsblad. Deze ondertekende zijn bijdragen met een drievoudige X, vandaar de naam “Driekruis”. Niet zonder trots wijst Bloch erop dat van Nierop persoonlijk in de krant op zijn gedicht reageert. Bloch had het gedicht ingediend onder zijn pseudoniem Cor Beek.

Als verslaggever van zijn Onderwater-Cabaret houdt Bloch een Interview met Stalin, die zich niet wil vastleggen op een exacte datum voor het einde van de oorlog. (Beide teksten verschijnen ook in editie 33 van 29 juli 1944.)

Invasiefranken (zie nr. 30, 8 juli 1944) sieren de cover van het tijdschrift. De term verwijst naar een speciale valuta van de geallieerden waarmee ze goederen in Frankrijk betalen.

Curt Bloch voorziet De Nieuwe Duitse Zuinigheid (zie nr. 17, 22 april 1944) van vele krantenknipsels. De advertenties laten zien op welke gebieden mensen zich moeten beperken vanwege de oorlog.

Max Blokzijl, nationaalsocialistische perswaakhond en propagandist, houdt op de radio een toespraak met de titel Het gaat goed! (zie nr. 17, 4 juli 1944). Curt Bloch deelt dit optimisme niet – alleen al omdat honderdduizenden radiotoestellen in beslag zijn genomen door de Duitse bezetters. Het mag dan goed gaan, vindt hij, maar zeker niet voor Blokzijl.

In de laatste oorlogsjaren is brandstof schaars. Curt Bloch beschouwt het winnen van benzine uit fecaliënresten als een slimme oplossing (zie nr. 13, 25 maart 1944). Zo kun je “met het zweet zijns achterwerk” autorijden.