04-03-1944, 2e jaargang, nr. 10, pagina 11
04-03-1944, 2e jaargang, nr. 10, pagina 12
04-03-1944, 2e jaargang, nr. 10, pagina 13
04-03-1944, 2e jaargang, nr. 10, pagina 14

cover / inleiding inhoudsopgave

De Finnen aan het wankelen

Vredesgeruchten rondom Finland.
De houding van Finland
De woordvoerder van de Finsche legatie in Washington heeft, naar de Amerikaansche staats-secretaris Hull volgens den Britschen nieuwsdienst bekend heeft gemaakt verklaard, dat de houding van Finland ongewijzigd is. Zelfs wanneer Helsinki met den aardbodem gelijk werd gemaakt, zouden de Finnen niet capituleeren. Inmiddels wordt een vrijwillige evacuatie doorgevoerd van de hoofdstad. – 9-2-44

Er doen weer opzienbarende geruchten de ronde over Finland. De bekende Finsche staatsraad Paasikivi vertoeft sedert eenige dagen in Stockholm en weldra zal daar ook de Finsche minister van binnenlandsche zaken Ehrnrooth aankomen en als men de geruchten gelooven mag zouden deze bezoeken ten doel hebben onderhandelingen over een mogelijken vrede aan te knoopen met de Sovjetgezante, mevrouw Kollontay. Paasikivi, die 74 jaar oud is en ook in de vorigen oorlog van Finland tegen Moskou de onderhandelingen leidde, verklaart evenwel dat hij om gezondheidsredenen in Zweden vertoeft en Ehrnrooth dat hij slechts komt om een lezing te houden. Daar evenwel zulke verklaringen niet juist behoeven te zijn, duren de geruchten voort. Vanzelfsprekend houdt men er zich ook in Berlijn mede bezig en opvallend is daarbij, dat men een groote reserve betracht. In Finland zelf geeft de pers toe dat het volk naar vrede verlang, maar niet ten koste van zijn vrijheid. Een roode bezetting zou het einde van Finland beteekenen. In ieder geval zal Finland zich voor deze dood nooit vrijwillig offeren. Zijn bestaansrecht zal het integendeel moeten blijven verdedigen in de zekerheid dat er naar Finsche opvatting althans niets ergers kan zijn dan de onvoorwaardelijke capitulatie voor het bolsjewisme. – 16-2-44.

Nieuwe luchtaanval op Helsinki.
Helsinki is in den afgeloopen nacht opnieuw uit de lucht aangevallen. Officieel is hierover vannacht om 2 uur het volgende bericht verstrekt: Gisteravond en in den afgeloopen nacht heeft de vijand met sterke luchtstrijdkrachten Helsinki en de naaste omgeving der hoofdstad aangevallen. – 17-2 44

In ’t brandpunt van ieders belang
Stelling staan thans de Finnen,
Want die zijn momenteel zeer bang
Dat Duitschland niet zal winnen.

Zij zitten nu vol spijt en rouw
Met Hitler in één schuitje
Zij zien de toekomst grauw in grauw
En Hitlers leugenspui‘tje,

Dat Rusland naar de Haaien gaat
Trekt niet meer in Helsinki
Vandaag telt al elk Finsch soldaat
Af aan z’n duim en pinkie,

Dat deze oorlog binnenkort
Door Rusland wordt gewonnen
Men vraagt nu dat begrepen wordt,
Wat zijn we nou begonnen?

Wij zijn een oorlog ingegaan
Op Hitler zijn beloften
En Mannerheim spoorde ons aan
En thans, dank zij deze schurken

Zitten we in de knel
Met de gebakken peren,
En wij begrijpen nu, hoe gauw
Het zaakje kan verkeeren.

Wij treden thans een tweede keer
Verslagen voor de Russen,
Waarschijnlijk kost het nu wat meer
Hun toorn en wrok te sussen

De eerste keer heeft ons de Rus
Zeer schappelijk behandeld,
Waarom heeft wederom men dus
Het oorlogspad bewandeld?

Waarom waren wij toen niet blij
Dat men ons zoo liet loopen,
En moesten wij hoewel wij vrij,
Op een revanche hopen?

Het leek bijna, alsof men nog
Een olifant wou doden,
O, konden wij nog eens terug
Tot vrede met de Rooden.

Wij stonden zelfde ervan paf,
De Rus had bij de keel je
En nam ons toch uitsluitend af
De engte van Karelïe.

In plaats ervan nu koest te zijn
Lieten wij ons inspannen
Stom in de Anti-Moskou-lijn
Van de Nazi tirannen.

Wij sturen weder als weleer
Den Staatsraad Paasikivi,
Hij doet dat voor de tweede keer,
Dat vindt een zware grief ie.

Hij tracht bij madame Kollontay,
Relaties aan te knoopen,
De Moffen vinden ’t minder fraai,
Want Finland gaat hun loopen.

De Führer wordt de laatste tijd
Chagrijnig en zwartgallig,
Eerst ging Benito’s heerlijkheid,
Thans wordt de Fin afvallig.

Benito, Boris, Mannerheim.
En velen zullen volgen,
In Duitschland valt men haast in zwijm
En men is zwaar verbolgen.

Maar men verkiest nog in de krant,
Zijn schrik niet te vertonen
Kleineert: Springt Finland uit de band
Zou ’t niet de moeite lonen.

Met glimlach hoort men hun geblaf
Nu Finland pakt de biezen,
Zij kunnen het alleen wel af,
Jawel! Alleen … verliezen.

Transcriptie: Thilo von Debschitz