8 april 1944
Inleiding tot de inhoud
Passend bij het paasweekend van 1944 beschrijft Curt Bloch in het eerste gedicht van deze editie de melancholische mijmeringen van de paashaas. Vanwege een groot tekort aan voedsel waren er geen eieren beschikbaar voor het feest, veel kippen waren gestorven door moeilijke tijden. Maar het langorige dier zou de hoop op een betere toekomst niet opgeven. “ten langen leste komt alles zeker goed.”
Aan het oostfront leed het Duitse leger talrijke nederlagen en verlies van grondgebied. Toch probeert de nationaalsocialistische propaganda – zoals ook blijkt uit het krantenartikel dat Bloch aan dit gedicht voorafgaat – hoop te zaaien: voor de Duitse legerleiding zijn er “lichtpunten”. Deze nieuwe bescheidenheid past volgens Bloch niet langer bij de oude glans en praal van het rijk. Men beschouwt het nu al als een succes als men op enkele plaatsen aan het front niet door de Russen wordt overlopen.
Een absurde keuze van Joseph Goebbels is het onderwerp van het derde gedicht met de titel of – of!. Volgens de Duitse Rijkspropagandaleider zijn er slechts twee opties: ofwel accepteer je de vernietiging van de Duitse steden en verzeker je jezelf van de uiteindelijke overwinning. Of je vermijdt puin en vuurzeeën, maar dan lijd je in de strijd tegen de geallieerden een nederlaag. Curt Bloch brengt deze vergelijking op de spits: “Hoe meer kapot in Duitsland, Hoe meer jullie je met roem bedekken.”
Curt Bloch noemt de Fransman Marcel Déat (1894–1955) de imitator, die op instigatie van de Duitse bezetters in maart 1944 tot minister van Arbeid en nationale solidariteit werd benoemd. Zijn taak was onder andere om Franse arbeidskrachten naar het Duitse Rijk te halen. Déat, zo meent Bloch, lijkt op “een Führer in vestzak formaat” zoals Adolf Hitler en vertoont dezelfde militaristische trekken. Maar Frankrijk is “geen land voor nazi’s”, achter Déat ruikt de dood al zijn kans.
Luxe?! werd geïnspireerd door een krantenadvertentie van het merk “Mouson Lavendel”. Daarin vraagt het bedrijf J. G. Mouson & Co om tijdens de oorlog geen gebruik te maken van hun parfum “Mouson Lavendel”. Dit gebeurde mogelijk niet helemaal onzelfzuchtig, want de fabrieksgebouwen en machines van de parfumfabriek in Frankfurt werden door geallieerde aanvallen tot 70 procent vernietigd. Curt Bloch kijkt in zijn rijmpjes naar de offers die men in Duitsland op het gebied van genot al heeft moeten brengen. In plaats van koffie worden vervangende dranken genuttigd, men woont “in ellendige holen”, en nu heeft ook het parfum “de heldendood gevonden”. Maar de stank die het Derde Rijk al lang doordringt, kan sowieso niet meer worden overdekt met parfum.
Op vrijdag na de publicatie van deze OWC-editie zou Paula Bloch haar 61ste verjaardag hebben gevierd. Ter ere van haar schrijft Curt Bloch het gedicht voor moeder (14 april), waarin de zorgen van de zoon naar voren komen. Wat hij op dat moment niet weet: zijn moeder werd al een jaar eerder, op 21 mei 1943, in het concentratiekamp Sobibór vermoord.
De tegenvallende prestaties van het Duitse leger in het oosten inspireren Curt Bloch tot de tekst van het lied De Petroleumvelden van Roemenië. Hij somt de verschillende plaatsen op die al door het Rode Leger zijn ingenomen of binnenkort zullen worden opgegeven door de Duitsers. De verschillende centra van de Roemeense olie-industrie – voornamelijk gelegen in de regio’s Transsylvanië, Moldavië en het westelijke deel van het land – dreigen Hitler binnenkort ook te verliezen. Als hij dan zonder benzine zit, “Dan gaat het slecht met hem.”