2e jaargang, nr. 44

Inleiding tot de inhoud

Een persbericht, door Curt Bloch gedateerd op 3 september 1939, beschrijft de politieke omstandigheden op de dag van de Duitse invasie van Polen. Hieruit blijkt dat Hitler vier jaar geleden slechts een voorwendsel zocht voor zijn agressie en dat het begin van de wereldoorlog gebaseerd was op leugens. Duitsland boekte de eerste tijd geweldige successen, schrijft Bloch, maar nu is de superioriteit ondertussen verdwenen. “De Naziglorie is voorbij,” stelt hij, “nu zal de straf van de historie worden voltrokken.”

Het gedicht Stafschef nummer drie: Heinrich Scheppmann behandelt de verschillende stafchefs in dienst van Adolf Hitler. De voorgangers van Scheppmann kwamen beiden op een onnatuurlijke wijze om het leven: Ernst Röhm (1887–1934) werd op bevel van de “Führer” doodgeschoten, Viktor Lutze (1890–1943) stierf bij een auto-ongeluk. Wilhelm Schepmann (1894–1970, door Bloch abusievelijk geschreven als Heinrich en met twee p’s) was aanvankelijk leraar op een basisschool en werd later politiechef in Curt Bloch’s thuisstad Dortmund, waar hij onder andere de georganiseerde arbeidersbeweging van de stad liet vervolgen. Na de dood van Lutze werd Schepmann belast met het leiden van de hoogste SA-leiding. Wie deze positie in verband brengt met de korte levensverwachting van eerdere functionarissen, krijgt geen tegenspraak van Curt Bloch.

De Nederlandse Landwacht, een paramilitaire organisatie, was tijdens de Tweede Wereldoorlog actief in Nederland. Op de melodie van het nummer “Oh Susannah” schrijft Curt Bloch Het lied van de Landwacht. Volgens Bloch verdien je te sterven als je jezelf in dienst stelt van de bezettingsmacht en daarmee je landgenoten verraadt. Verscheidene krantenknipsels documenteren overvallen en moorden op leden van de Landwacht.

In reactie op een persbericht waarin Joseph Goebbels probeert de oorlogszin aan te wakkeren, geeft Curt Bloch een waarschuwing aan de Duitsers. De Reichspropagandaleiter voorspelt de vernietiging van het Duitse volk als het zich niet “tegen den vereenigden stormloop van onze vijanden” verdedigt. Bloch daarentegen roept in zijn verzen op om afstand te nemen van “Germaanse driften” en de “waanzin van de barbaren”; alleen dan is men in staat om de liefde voor de mensheid en de idealen van cultuur te dienen. Het doel moet zijn om geluk te vinden “in vrede, niet in oorlog“.