10-03-1945, 3e jaargang, nr. 10, pagina 9
10-03-1945, 3e jaargang, nr. 10, pagina 10
10-03-1945, 3e jaargang, nr. 10, pagina 11

cover / inleiding inhoudsopgave

Vermoord?

Mr. dr. Feitsma vermoord
Naar “Volk en Vaderland” meldt werd op Vrijdag 2 Febr. mr. dr. J. Feitsma, procureur-generaal bij het gerechtshof te Amsterdam, waarnemend procureur-generaal bij het gerechtshof te Arnhem en procureur-generaal bij het economisch gerechtshof te Almelo, door een onbekend gebleven wielrijder neergeschoten voor perceel Jacob Obrechtstraat 29a. dicht bij de Van Breestraat te Amsterdam. Mr. dr. J. Feitsma was 61 jaar en sedert 1941 procureur-generaal. Hij trad in 1940, na opheffing van het verbod voor ambtenaren, toe als lid der N.S.B. Hij was adviseur van den Leider. – 20-2-45

Ik lees vanmorgen in de krant,
Dat volgens “Volk en Vaderland”
Pas mr. Feitsma werd “vermoord”,
Vermoord vind ik een leelijk woord

Een moord vind ik een booze daad,
Dien Feitsma schoot men dood op straat
Maar ik heb ’t met plezier gehoord
En vind die “moord” op hem geen moord.

Die Feitsma vond ik een schavuit,
Want hij kwam onder Seijss vooruit
Seijss Inquart maakte zeer royaal
Hem tot procureur generaal

Te Arnhem en te Amsterdam,
Dat was een beste boterham
En buitendien te Almelo,
Feitsma werd procureur en gros

En menig brave landgenoot
Bracht hij op zijn manier ter dood,
Doordat hij hem maar laag en laf
Aan de Gestapo overgaf,

Die heeft hem dan gefusilleerd,
En Feitsma vond dat niet verkeerd
En zijn geweten deed niet pijn,
In tegendeel, hij vond het fijn.

Doch mr. Feitsma was nog meer
Want hij was ook nog adviseur
Van Antoon Mussert en gaf raad
In moord en roof en landverraad.

Ja mr. Feitsma was een boef
En de gemeenheid was zijn troef
En landverraad was zijn karwei,
Hij stond bij Seijss in het gevlei,

Hij stond bij Mussert in de gunst,
De laagste misdaad was zijn kunst
Hij heeft het recht gehoond, verkracht,
Gekonkeld met de Moffenmacht
En werd ervoor der dood gebracht.

Wie met den vijand gaat in zee
Als hij en in de N.S.B.
Een hooge functie nog bekleedt
En zijn geheele kracht besteedt,

Z’n landgenooten kwaad te doen,
Die krijgt tenslotte van katoen
En hij wordt wegens landverraad
Terechtgesteld, desnoods op straat.

Transcriptie: Thilo von Debschitz